Hoe tekenen in de kleuterklassen een speelse voorbereiding kan zijn voor het schrijven in groep 3 Tekenlessen gebaseerd op thema's van de kleuteruniversiteit
We willen graag dat onze kinderen een ontspannen pengreep hebben. maar een goede pengreep heeft niet alleen te maken met de fijne motoriek. Er zijn nl. diverse primaire reflexen die, als ze niet goed geïnhibeerd zijn, maken dat kinderen moeite hebben met schrijven. Ik schreef er al eerder over.
De Babkin-reflex staat aan de basis van de hand-oog coördinatie.
Bij deze reflex werken de handen en mond samen voor voeding en communicatie.
Als het kind drinkt gebruikt het de handjes,
en als je zachtjes op de handjes drukt gaat het kind beter zuigen.
We kennen allemaal wel kinderen die met hun mond meebewegen als ze knippen, tekenen en schrijven. Die met hun tong naar buiten aan het schrijven zijn of een andere moeilijke opdracht doen. Die nagelbijten, bijten op kleren, kauwen op pennen of duimzuigen. Er een grotere behoefte om te kauwen of te bijten. het is een signaal dat het zenuwstelsel nog niet rijp is op dat punt.
laat merken dat je ziet hoe goed hij zijn best doet.
Maak de omgeving aantrekkelijk.
Een gladde vloer is lastig om te leren kruipen.
Leg in dat geval tijdelijk een stevig kleed op de grond.
Doe je kind soepele kleren aan, blote voetjes is het beste tijdens het spelen op de grond.
Een van de reflexen die je bij kinderen
met leer en gedragsstoornissen ziet
is de nog aanwezige (symmetrische Tonische Nekreflex STNR)
Deze reflex komt tevoorschijn rond 6-8 maanden
na de geboorte en moet geïnhibeerd zijn
rond 10 maanden na de geboorte.
De reflex zorgt ervoor dat de baby
op handen en voeten omhoog komt om te gaan kruipen.
Voordat de baby gaat kruipen gaat hij zitten in de "kat" positie:
armen gestrekt en de billen rusten op de onderbenen.
Wanneer het kind zijn hoofdje omlaag beweegt
buigen de armen tot het hoofd op de grond rust en de billen komen de lucht in.
Wanneer het hoofdje opgetild wordt
strekken de armen zich en zakken de billen weer op de benen.
Deze reflex verdeelt het lichaam in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken.
Als de bovenste helft gestrekt is
kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd.
Dit is het moment waarop het kind leert zijn ogen te focussen
van veraf naar dichtbij en omgekeerd.
Schoolkinderen bij wie deze Symmetrische Tonische Nek Reflex
nog steeds aanwezig is herkennen we doordat ze: op één of beide benen zitten met werken. Zo houden ze én hun armen én hun benen gebogen. Ze "hangen" in hun stoel: benen gestrekt zodat de armen gebogen kunnen worden. Ze hebben moeite met het overschrijven van het schoolbord in hun schrift, omdat het focussen van de ogen van veraf naar dichtbij en terug veel te langzaam gaat.
Deze kinderen liggen vaak met hun hoofd bijna op de tafel
wanneer ze aan het werk zijn.
Ook zijn het vaak onhandige kinderen;
ze lopen overal tegenop,
stoten van alles omver en struikelen over hun eigen voeten.