Totaal aantal pageviews

vrijdag 20 januari 2012

Kunst en de hersenen



  Dit is geen trol of kabouter.
Dit mannetje op de foto wordt homunculus genoemd.
Het is een weergave van de verhoudingen van allerlei gebieden in de hersenen.
  
         De motorische homunculus heeft hele grote handen en kleine beentjes. 
      In de hersenen is veel ruimte nodig voor het aansturen van de hand.
 Meer dan voor bv. de bewegingen van de knie,
die veel minder ingewikkelde bewegingen maakt. 
 De grote mond heeft te maken met de nauwkeurigheid
van bewegingen bij het praten.

Een mens krijgt per dag een heleboel informatie binnen.
 Die informatie komt tot ons in verschillende vormen. 
Het menselijk lichaam beschikt over 4 groepen sensoren
De sensoren zetten de binnen komende informatie om in elektrische signalen.
Die elektrische signalen komen uiteindelijk in de hersenen. 
                    
De meeste sensoren zitten in de palm van de hand en in de vingers.
Onze hersenen maken met deze informatie een beeld van het voorwerp.
In de hand zitten 2400 zenuwuiteinden per cm² (in de voet 60 per cm²)       
De handen zijn daardoor een zeer gevoelig instrument. 

Blinde mensen maken daar dankbaar gebruik van. 
Ze raken je gezicht aan om te voelen hoe je er uit ziet.
 Ziende mensen gebruiken die beeldvorming ook. 

Hersenen maken gebruik van de informatie
 van de verschillende soorten sensoren in de hand.
Bewegingen van de hand zijn enorm complex. 
        Bij alles wat je doet is er continu controle. 
     Gaat de beweging zoals je wilt?
Gaat de taak die je wilt doen zoals je wilt?  
 Glijdt het voorwerp niet uit de hand?
 Is het niet te zwaar?  
      De hersenen overwegen en herstellen de beweging.

Door onze handen te gebruiken (ook met tekenen, knutselen, muziek maken) 
stimuleren we de hersenen op een heel subtiel niveau. 


Onze hersenen kunnen we ook nog op een andere manier stimuleren
Met kunst!
Dit artikeltje vond ik op de site: Waar Maar Raar:
Waarom heeft kunst zo'n positieve invloed op mensen?  
Een Brits onderzoek beweert hier het antwoord op te hebben.
Proefpersonen moesten naar dertig schilderijen van bekende kunstenaars kijken.
Ze waren aangesloten op een hersenscan.
 Wat bleek: bij de schilderijen die ze zelf het mooist vonden 
vermeerderde de bloedstroom met tot wel 10 procent. 
Bij het in de ogen kijken van een geliefde gebeurt hetzelfde. 
  De onderzoekers geven aan dat er een verhoogde mate van activiteit te zien was 
in het gedeelte van de hersenen waar genotsprikkels worden verwerkt. 
Hoewel het onderzoek nog geëvalueerd wordt, zijn de resultaten verrassend.