Jip en Janneke gaan vliegen

groep 1-2

Jip en Janneke spelen met een grote doos.

Het is de doos van de nieuwe stofzuiger.

De doos is zo groot dat ze er allebei in kunnen zitten.

Ze zetten de kapstok ook in de doos.

Nu hebben ze een helikopter.

Ze vliegen naar Parijs.

Maar plotseling wil Janneke terug, 
ze is haar kind vergeten.

Jip laat de helikopter weer dalen

 en Janneke haalt snel poppejans en haar hoed.

Ze spelen de hele middag met de doos.

Ze vliegen naar Parijs en weer terug.

De kinderen zitten leuk te luisteren, 

ze willen ook wel naar Parijs:

naar Disneyland om precies te zijn.

We gaan Jip en Janneke weer inkleuren met alleen zwart.

Daarna gaan we wolken tekenen.

Jip en Janneke zitten immers met hun helikopter hoog in de lucht.

We trekken de wolken om die al op het blaadje staan,

dan zit de vorm al een beetje in je handen,

en daarna mogen de kinderen meer wolken tekenen:

Wolken met een zonnetje:

en met Takkie en Siepie:

Jip en Janneke plukken bloemen

groep 1-2

Jip en Janneke plukken bloemen.

Janneke plukt madeliefjes en Jip gele bloemen.

Het zijn rozen volgens hem

maar Janneke denkt dat het paardenbloemen zijn.

In zijn ijver stapt Jip in de sloot en Janneke haalt hem eruit

Zijn sokken en schoenen zijn helemaal groen van het slootwater.

De kinderen zitten geboeid te luisteren naar het verhaaltje.

Maar mogen ze zelf zo dicht bij de sloot spelen? 

En is het slim van Janneke om Jip zelf uit de sloot te halen?

We gaan Jip en Janneke weer inkleuren met alleen zwart.

Ik had in eerste instantie bedacht om voor deze opdracht alle kleuren te gebruiken

omdat dat ongewoon is voor Jip en Janneke.

maar juist de beperking in kleur is een uitdaging voor de kleuters.

Als Jip en Janneke ingekleurd zijn

 mogen er bloemen bij getekend worden:

En Takkie hoort er natuurlijk ook bij:

Jip en Janneke

groep 1-2

20 mei is de geboortedag van Annie MG Smidt.
 Querido zorgt voor lessuggesties over deze schrijfster

en dat is een hele goede reden ;) 

om te gaan werken met Jip en Janneke.

De hele naoorlogse generatie is opgegroeid 

met de boeken en verhalen van Annie MG Smidt.

Annie MG Smidt was schrijfster en werkte voor Het Parool.

Ze verzon in eerste instantie de verhalen van Jip en Janneke zelf

maar later verwerkte ze er ook de belevenissen van haar zoontje Flip in.

De verhalen verschenen als een serie in Het Parool.

Fiep Westendorp werkte ook voor Het Parool. 

Zij heeft Jip en Janneke getekend.

De tekeningen en de verhalen horen onlosmakelijke bij elkaar.

Ze tekende Jip en Janneke in zwart-wit zodat de tekeningen en de tekst 

in één keer gedrukt konden worden.

Later gaf ze toe dat ze het zichzelf niet gemakkelijk had gemaakt.

Jip en Janneke wonen naast elkaar.

Op een dag zien ze elkaar door een gat in de heg.

Vanaf die tijd zijn ze onafscheidelijk.

Ze beleven een heleboel avonturen

We gaan vandaag tekenen met alleen een zwart potlood.

Op het blaadje staan de gezichten van Jip en Janneke.

De kinderen gaan het lijf van Jip en Janneke tekenen.

Ze moeten gaan bedenken wat ze wit laten 

en wat ze zwart in willen kleuren.

Ook de jongste kinderen kregen wat op papier:

In mijn verhaal gaan Jip en Janneke bloemen plukken

en daardoor verschenen er ook bloemen in de tekening

Gaatjes

groep 1,2

We zijn bezig met het boek: Er zit een gat in mijn emmer.

We hebben inmiddels de 3 tekenopdrachten gemaakt.
Heel veel meer is er niet te halen uit het boek.

Deze school werkt vaak wat langer door met een thema.

Nu zelfs 6 weken omdat moederdag

de schoolreis en de schoolfotograaf

in de dezelfde periode vallen.

De leerkracht heeft het thema gaatjes wat verder uitgewerkt.
Ze heeft een knutselwerkje gemaakt met gaatjes.

Gaatjes zijn hartstikke boeiend voor de kleuters.

Als je er op googled en op pinterest

komen er fantastische ideeën voorbij.

Het lijkt er op dat je gemakkelijk een paar weken 

met gaatjes kunt vullen.

Er zijn naast bv. het boek: Rupsje nooit genoeg,

een aantal andere boeken over gaatjes.

    

Wat is een gaatje?

Een gaatje is eigenlijk niets, het is lucht.

We bespreken waar gaatjes goed voor zijn.

Er zitten gaatjes in allerlei gebruiksvoorwerpen.

Ik heb wat bij me om te laten zien:

een trechter, een zeef, een knoop, een kraal, een vaas, een wc rolletje, ed.

We hebben gaatjes in ons hoofd, je neus, oren, ogen, mond en k*nd.

Maar hoe zit het met gaatjes in je tanden, of in je oren voor oorbellen?

We hebben gaatjes in onze kleren, denk aan knoopsgaten,

gaten waar je hoofd en armen door kunnen, dat zijn gaten die er horen

maar hoe zit het als je een gat in je broek valt?

In het lokaal zitten ook gaten, denk aan de deur en ramen.

Als die gaten er niet in zaten kon je het lokaal niet gebruiken.

De kinderen luisteren geboeid en ontdekken gaandeweg

zelf allerlei nieuwe gaten en gaatjes.

Er staat vandaag niets op het papier.

We gaan vandaag zelf gaatjes maken.

Dat blijkt voor sommige kinderen een dingetje 

want hoe doe je dat precies?

Ik doe voor dat je met de punt van het potlood in het papier kan prikken,

ze kunnen dan een beetje frutten 

en het gat groter maken door te scheuren.

De kinderen gaan het experiment aan.

Als ze een paar gaten gemaakt hebben

kunnen ze met potlood om de gaten heen kleuren

of de gaten verbinden.

De resultaten gaan we niet inlijsten

maar toch is er enthousiast gewerkt: