groep 1-2
Kinderen hebben al jong te maken met inentingen.
Omdat het past in hun belevingswereld
wordt dat het uitgangspunt van deze les.
Het verhaaltje begint met beer die ziek is,
Beer heeft de mazelen.
Hij moet naar de dokter.
De dokter geeft hem een prikje.
Dat brengt ons bij prikjes en inenten.
De vragen zijn:
Ben je wel eens ziek geweest?
Heb je wel eens in het ziekenhuis gelegen?
Heb je wel eens prikjes gehad?
Waar dient de stethoscoop voor?
De kinderen hebben een hoop te vertellen.
Maar wat wordt de tekenopdracht bij dit onderwerp?
We gaan vandaag een tekening maken van de dokter.
De dokter heeft een stethoscoop in de oren
en een prikje in de handen.
De grote vraag is:
Is de dokter een man of een vrouw??
Het stereotype antwoord is anno 2015 nog:
De dokter is een man en de verpleegster is een vrouw.
Ik wil de kinderen duidelijk maken
dat, dát tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is.
dat, dát tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is.
Meisjes kunnen dokter worden
en jongens verpleger, als ze dat graag willen.
Het gezicht van de dokter is daarom niet ingevuld.
We gaan 10x linksom het gezicht tekenen.
We blijven goed op de rand zodat het gezicht van binnen leeg blijft.
Daarna worden de haren en de ogen, neus en mond
in het gezicht getekend.
Het rondje van de stethoscoop tekenen we 10x linksom.
Er horen streepjes in het prikje.
De dokter mag verder worden ingekleurd.
Veel kinderen gaven het gezicht van de dokter een rode rand
en wat te denken van de rode en zwarte prikjes?
Hoeveel stress zit er op een bezoekje aan een arts
en het krijgen van prikken?
De tekeningen in volgorde van heftigheid:
Deze dokter ziet er zelf ook niet zo florissant uit:
Nog aan het wennen: