groep 1-2
Het thema is vlak voor de zomervakantie 'Vervoer'.
In de aanloop naar dit thema kom ik het boek
Het blauwe autootje tegen.
Het is een verhaal over een klein autootje
die alleen op pad gaat en allerlei avonturen beleeft.
die alleen op pad gaat en allerlei avonturen beleeft.
Een blauw autootje staat
op een grote parkeerplaats bij de autofabriek.
Hij wacht daar tot hij verkocht wordt.
Het is een zonnige dag en het autootje heeft het warm.
Hij wil weg, hij wil naar het strand.
De andere auto's bij de autofabriek zijn bang dat hij verdwaalt,
maar het blauwe autootje is eigenwijs en gaat toch op weg.
In mijn inleiding rijd het autootje door het rode licht...
en hij kijkt niet naar links of rechts als hij oversteekt.
en hij kijkt niet naar links of rechts als hij oversteekt.
Hij rijd zo snel mogelijk naar de zee.
Daar komt hij gelukkig veilig aan.
Hij rijd direct door naar het water.
Het water kietelt aan zijn banden.
Vissen zwemmen onder zijn buik door en glijden van de motorkap.
Het autootje heeft het naar zijn zin.
Hij speelt de hele dag in de zee.
Als het donker wordt wil hij weer naar huis.
Maar hoe komt hij thuis?
Hier stopt mijn eerste verhaal.
Hier stopt mijn eerste verhaal.
Het boek is een beetje grof getekend.
Ik vul het verhaal hier en daar aan
en ik laat het eerste deel van de prenten zien.
De vragen zijn: wie is er wel eens verdwaald?
Mag je al alleen oversteken?
Hoe steek je goed over bij een stoplicht
en hoe steek je goed over zonder stoplicht?
De kinderen weten al hoe ze veilig kunnen oversteken.
De kinderen weten al hoe ze veilig kunnen oversteken.
We gaan de golfjes van de zee overtrekken.
Het is een bekende oefening.
Zo vlak voor de grote vakantie wil ik hem nog een keer doen
omdat groep 3 al snel begint met de letter r en het cijfer 2.
omdat groep 3 al snel begint met de letter r en het cijfer 2.
Het autootje mag worden ingekleurd.
Welke kleur wordt gebruikt mogen de kinderen zelf weten.
Daarna kan er van alles bijgetekend worden.
Een huis:
Er mag een strand worden getekend,
Een weg en bomen:
Vissen in het water:
Een grote blauwe walvis:
vissen en mensen op het strand met een parasol:
Een kind op het strand en kwallen: