Totaal aantal pageviews

Posts tonen met het label primaire reflexen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label primaire reflexen. Alle posts tonen

zondag 15 mei 2022

Babkin reflex

We willen graag dat onze kinderen een ontspannen pengreep hebben.
maar een goede pengreep heeft niet alleen te maken met de fijne motoriek.
Er zijn nl. diverse primaire reflexen die, als ze niet goed geïnhibeerd zijn,
maken dat kinderen moeite hebben met schrijven.
Ik schreef er al eerder over.


De babkin- palmomental- reflex is ook zo,n reflex.
De Babkin-reflex staat aan de basis van de hand-oog coördinatie.
Bij deze reflex werken de handen en mond samen voor voeding en communicatie.
Als het kind drinkt gebruikt het de handjes,
en als je zachtjes op de handjes drukt gaat het kind beter zuigen.

We kennen allemaal wel kinderen 
die met hun mond meebewegen als ze knippen, tekenen en schrijven.
Die met hun tong naar buiten aan het schrijven zijn 
of een andere moeilijke opdracht doen.
Die nagelbijten, bijten op kleren, kauwen op pennen of duimzuigen.
Er een grotere behoefte om te kauwen of te bijten.
het is een signaal dat het zenuwstelsel nog niet rijp is op dat punt.

Veiligheid is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind.
(huidcontact met mama, papa, lichaamsgeur,
 ritme van het hart van de moeder, eten/borstvoeding) 
en het voelen van: 'ik mag er zijn!, Men is blij met mij'.
 Het zijn basisbehoeftes die oa in gang gezet worden door deze reflex. 

Soms gaat het mis als de baby en zijn moeder niet bij elkaar kunnen zijn, 
of als de moeder niet voor de baby kan zorgen 
en ze de baby niet kan aanleggen. 


Een nog aanwezige Babkinreflex
 kan de ontwikkeling van het spreken verstoren. 
Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind 
omdat het niet kan zeggen wat het voelt of bedoelt is.

Als de babkin reflex nog aanwezig is 
kan de fijne handmotoriek verstoord zijn.
Dat is lastig om vloeiend te schrijven
 of binnen de lijntjes te blijven
en misschien drukt het kind te hard met de pen of geeft juist te weinig druk.


Het zijn kinderen die graag friemelen met de handen,
Ze willen graag iets in de mond hebben.
Ze kauwen op potloden, op boorden van truien, sabbelen op haren, ed.
en er zijn een heleboel friemelspullen op de markt.
(zoek iets wat geen geluid maakt!) 


Als de reflex nog aanwezig is bij volwassen
 kan het verslavingen in stand houden.
Denk aan eten, roken of drinken
 waarbij je iets in je handen hebt en naar je mond brengt.

Is deze reflex erg storend zoek dan een therapeut in de buurt
die kan helpen om de reflex te integreren.



Wil je meer lezen over wiebelen in de klas en thuis
en wil je een werkboek? kijk dan bij bol.com



zondag 19 december 2021

De pengreep



Een goede pengreep vinden we belangrijk.
Met een goede pengreep schrijf je met de minste inspanning.
om een verkeerde pengreep te corrigeren.


De pengreep ontwikkeld zich op een goede manier
 De Palmer grijpreflex is een primaire reflex 
De primaire reflexen heeft een baby nodig in de zwangerschap, 
tijdens de geboorte en het eerste levensjaar om te overleven.

Met de grijpreflex klampt de baby zich 
in geval van nood aan zijn moeder vast.
De baby kan zijn eigen gewicht dragen door de grijpreflex.


De handjes van een baby zijn tot een maand of 3 vaak als “knuisjes” gesloten.
Na 3 á 4 maanden zullen ze meer open en ontspannen zijn
en niet meer op een stimulus van de handpalm reageren.
Dit is een teken dat de grijpreflex geïntegreerd raakt.
Een grijpreflex die actief blijft
zorgt voor spanning in de handen wanneer je bv een pen vasthoudt.
De hand wil dan, als in een reflex, de pen te hard vastgrijpen.
Het schrijven wordt lastig maar ook andere vaardigheden 
zoals tekenen, knippen, prikken, typen of een instrument bespelen.

Misschien herken je het wel bij die kinderen 
waarbij je bijna onmogelijk het potlood uit hun handen kan wringen.


 

Mooier schrijven is dus niet altijd een kwestie van beter je best doen'.
Het kan ook een reflex zijn die dwars ligt


Het is belangrijk voor meerdere primaire reflexen 
dat een baby op z,n buik gelegd wordt
 ipv dat hij/zij veel in een maxicosi of wipstoeltje zit.
Als het kind op de buik ligt kan het omrollen en zich gaan opduwen.
Bij het opduwen en later bij het kruipen 
 worden de handjes plat op de grond gezet en 
daarmee wordt een nieuw patroon aangelegd, 
zodat de vingers het buigen 'afleren'.
Als een baby veel op de grond gelegd wordt en kan oefenen
zal de grijpreflex verdwijnen.


Met de volgende oefening kan de grijpreflex geinhibeerd worden.


Laat het kind de handen plat op tafel leggen
daarna  wordt er een ezelssprong naar achter gemaakt.
Het gaat  niet om de sprong 
maar om de platte handen en het steunen op de handen.
Oefen elke dag 10x achter elkaar 
tot je ziet dat het beter gaat met de potloodgreep.


  Een andere oefening is het aantikken van de vingers.
(gebruikt als warming up voor het schrijven)

1. De duim is binnen de vuist. Knijp even een paar keer.
2. De duim wordt uit en op de vuist gelegd.
3. De duim beweegt zich van boven naar beneden en weer terug 
langs de voorkant van de vuist, over de vingers. 
(Dit is de eerste ervaring van de duim in oppositie).
4. De duim en de wijsvinger maken een pincetgreep. 
Gestrekte vingers openen en sluiten.
5. De duim en de wijsvinger maken het OKAY symbool. 
6. Druk nu om de beurt elke vinger op dezelfde wijze tegen de duim.
7. Begin nu te tekenen of te schrijven.


Er is ook een liedje bij:
Tikke takke tik
Tik jij mijn vingers aan net als ik?



Heeft je kind veel last van deze of andere reflexen
Door te googlen vind je een therapeut in de buurt
die de reflexen kan behandelen.






dinsdag 9 augustus 2011

Kruipen en zo




Als je kind gaat bewegen kan het de wereld verkennen.
Je kindje krijgt controle over zijn lichaam.
De motorische ontwikkeling volgt in het eerste levensjaar 
een chronologische volgorde die voor elk kind ongeveer het zelfde is. 

Voordat een kind controle krijgt over zijn lichaam 
moet het eerst controle krijgen over zijn hoofd.
 Het hoofdje is in verhouding te groot en te zwaar.
Evenwicht is de basis van de hele motorische ontwikkeling.


Het advies om baby's op de rug te laten slapen, 
maxi cosi's, wipstoeltjes en looprekjes
maken dat baby's niet meer zo makkelijk, 
liggend op hun buik de wereld verkennen.

Waarom is die buikligging belangrijk?

Als een kind op zijn buik ligt worden de spieren van de rug sterker.
Een sterke rug helpt bij het recht houden van het hoofd.
Het kind zal vanuit de liggende positie proberen 
zijn hoofd op te tillen.
In de volgende fase gaat hij omrollen, 
op zijn handen steunen en zijn bovenlijf oprichten.
Als zijn voeten en benen sterker worden
 zal hij proberen om te kruipen. 


Kruipen is een hele belangrijke fase 
in het ontwikkelingsproces van een kind.
Het is belangrijk voor de hand-oog coördinatie, 
voor de oriëntering in de ruimte, 
voor het kruisen van de middellijn.

Niet alle kinderen kruipen. 
Er zijn kinderen die deze fase overslaan, 
die tijgeren, op hun billen schuiven
 of nog andere manieren vinden om vooruit te komen.


Stimuleer het kruipen door het kind 
veel liggend op zijn buik te laten spelen.
Ga zelf op de grond zitten, maak oogcontact, 
laat speelgoed zien en praat tegen je kind.
Beloon je baby met aandacht, 
laat merken dat je ziet hoe goed hij zijn best doet.
Maak de omgeving aantrekkelijk.
Een gladde vloer is lastig om te leren kruipen.
Leg in dat geval tijdelijk een stevig kleed op de grond. 

Doe je kind soepele kleren aan, 
blote voetjes is het beste tijdens het spelen op de grond.


Een van de reflexen die je bij kinderen 
met leer en gedragsstoornissen ziet 
is de nog aanwezige (symmetrische Tonische Nekreflex STNR)
Deze reflex komt tevoorschijn rond 6-8 maanden 
na de geboorte en moet geïnhibeerd zijn
rond 10 maanden na de geboorte.


De reflex zorgt ervoor dat de baby 
op handen en voeten omhoog komt om te gaan kruipen. 
Voordat de baby gaat kruipen gaat hij zitten in de "kat" positie: 
armen gestrekt en de billen rusten op de onderbenen. 
Wanneer het kind zijn hoofdje omlaag beweegt
 buigen de armen tot het hoofd op de grond rust 
en de billen komen de lucht in. 
Wanneer het hoofdje opgetild wordt 
strekken de armen zich en zakken de billen weer op de benen.


Deze reflex verdeelt het lichaam 
in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken.
Als de bovenste helft gestrekt is 
kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd.
Dit is het moment waarop het kind leert zijn ogen te focussen 
van veraf naar dichtbij en omgekeerd.

Schoolkinderen bij wie deze Symmetrische Tonische Nek Reflex 
nog steeds aanwezig is herkennen we doordat ze:

op één of beide benen zitten met werken.
Zo houden ze én hun armen én hun benen gebogen.
Ze "hangen" in hun stoel: benen gestrekt 
zodat de armen gebogen kunnen worden.
Ze hebben moeite met het overschrijven van het schoolbord in hun schrift, 
omdat het focussen van de ogen
 van veraf naar dichtbij en terug veel te langzaam gaat.


Deze kinderen liggen vaak met hun hoofd bijna op de tafel 
wanneer ze aan het werk zijn.
Ook zijn het vaak onhandige kinderen; 
ze lopen overal tegenop, 
stoten van alles omver en struikelen over hun eigen voeten.
Door te kruipen komt deze reflex onder controle.

Van wie leer je nu het beste kruipen??





vrijdag 13 mei 2011

Bewegelijk



Primaire reflexen die niet goed geinhibeert zijn in het eerste levensjaar 
kunnen allerlei leer en gedragsproblemen geven.

Door de Kinesiologie Praktijk ben ik in contact gekomen met primaire reflexen.
Het INPP verzorgt signaleringscursussen voor therapeuten en leerkrachten 
waarbij je leert de  primaire reflexen te herkennen en te behandelen. 


De INPP heeft voor scholen een serie oefeningen ontwikkeld  
De oefeningen duren ongeveer een kwartier per dag.
De oefeningen moeten minimaal 9 tot 12 maanden worden volgehouden.

De basisbewegingen zijn eenvoudig.
Stap voor stap worden in een bepaalde volgorde de bewegingspatronen 
van de eerste 6 tot 9 maanden van een baby geoefend tot ze automatisch gaan.
Met de oefeningen worden de reflexen in de natuurlijke volgorde geinhibeerd.

Het verschil tussen INPP en andere programma's 
ter bevordering van het evenwicht en de coördinatie is 
dat de INPP oefeningen het kind helemaal terug nemen 
naar het allereerste begin van de evenwichtstraining.

De klassikale oefeningen zijn vooral bedoeld
 voor kinderen met lichte coördinatie problemen, 
lees, schrijf en overschrijf problemen.
De oefeningen kunnen worden gegeven tijdens de normale gymlessen.


Voor een gym leerkracht is de signaleringsdag een mooie aanvulling.
Als je de signaleringsdag hebt gevolgd mag je de oefeningen geven.
De INPP verzorgt ook een signaleringsdag op school als er voldoende belangstelling is.




Omdat kleuters iedere dag of naar buiten gaan of gymmen 
is het handig om de oefeningen te doen met de kleuters.
Groep 2 is (volgens mij) de beste groep om de oefeningen mee te doen.
Groep 1 wordt gedurende het schooljaar opgevuld met nieuwe leerlingen, 
de kinderen zijn nog erg jong en moeten wennen aan school.
Groep 2 is een vaste groep kinderen.
Het zou fijn zijn als de kinderen zoveel mogelijk 'leer-klaar' zijn voor ze naar groep 3 gaan, 
zodat er dan geen storende primaire reflexen meer zijn.




dinsdag 10 mei 2011

Reflexen, leren en gedrag


Er zijn 8 primitieve reflexen of primaire reflexen.
Dit zijn reflexen die een baby in de baarmoeder, 
tijdens de geboorte en in het eerste levensjaar nodig heeft om te overleven. 

Deze reflexen horen in de loop van de eerste levensjaren
te worden geinhibeerd door meer volwassen reflexen. 
Gebeurt dit niet dan kunnen ze zo storend werken 
dat er sprake is van leerproblemen en gedragsproblemen, 
zeker als er meerdere reflexen aanwezig zijn.

om leerkrachten en therapeuten ed. op te leiden de reflexen te herkennen.
 Ze heeft een oefentraject van een jaar voor scholen ontwikkelt. 
Het oefentraject is bedoeld voor kinderen 
die last hebben van een enkele reflex. 
Het INPP heeft goede resultaten met een individueel behandelplan
 voor kinderen met veel nog aanwezige reflexen. 


              De 8 reflexen zijn:              
Terugtrek Reflex:
De Terugtrek Reflex ontstaat in de vijfde week van de zwangerschap. 
De baby trekt zich bij een prikkel van buitenaf in een reflex terug. 
De prikkel kan zijn een aanraking of een geluid. 
Rond de 33ste week van de zwangerschap 
wordt de reflex minder actief en bij de geboorte is het niet meer nodig 
om bij elke prikkel terug te trekken.
De aanwezigheid van deze reflex kan zich oa. uiten in:

Faalangst
Uitdagingen uit de weg gaan
Onzeker voelen
hyperventilatie
Niet op gang komen, 
op het laatste moment in actie komen
Mororeflex:               
De Moro Reflex ontstaat in de negende week van de zwangerschap. 
Deze reflex maakt ons alert voor gevaar.
Als een pasgeborene schrikt spreidt het armpjes en beentjes,
 houdt de adem in, 
beweegt vervolgens armpjes en beentjes naar het lichaam
gaat huilen om kenbaar te maken dat er hulp nodig is.

Het is de bedoeling dat het kind op den duur gaat inschatten
 of een prikkel werkelijk gevaarlijk is of niet.
Gebeurt dit niet dan zal elke prikkel het kind 
elke keer weer in een staat van alarm brengen. 
Bij elk alarm wordt er adrenaline aangemaakt
 en door het lichaam verspreidt.
Is dit reflex ongeveer 3 maanden 
na de geboorte nog actief dan kan zich dat oa uiten in:

Gevoelig zijn voor prikkels ( adrenaline & onrust voelen )
Allergieën
“Control freak”
Keel-, neus- en oorproblemen
Stemmingswisselingen
Palmreflex:  
Het palmreflex ontstaat in de 11de week van de zwangerschap. 
Er is een relatie tussen handpalm en zuigbeweging. 
De zuigbeweging komt op gang als de handpalm aangeraakt wordt. 
Deze reflex heeft een baby nodig voor het opnemen en verwerken van voedsel.
Is dit reflex 3 maanden na de geboorte nog actief dan kan zich dat oa. uiten in:

Problemen met het verwerken van voedsel
Tong te ver naar voren
Te duidelijk spreken (articuleren)
Gevoelige handpalmen
Pijnlijke, verkrampte kaken
Asymmetrische tonische nek reflex, ATNR:  
De ATNR ontstaat in de 11de week van de zwangerschap.
Dat is de periode dat de as moeder aangeeft dat de baby beweegt.
Deze reflex maakt dat als het hoofd draait 
de armpjes en beentjes zich strekken 
aan de kant waar het hoofd naar toe draait 
en de armpjes en beentjes buigen aan de andere kant.
De oog - hand coördinatie begint.

Kijkt de baby naar links dan strekt de linker arm en het linker been.
Kijkt de baby naar rechts dan strekt de rechter arm en het rechter been, 
de andere kant buigt zich.
Is dit reflex 6 maanden na de geboorte nog actief dan kan zich dat oa. uiten in:

Problemen met lezen
Problemen met schrijven (duidelijkheid, verkrampt)
Evenwichtsproblemen
De reflex kan gevaarlijke situaties opleveren in het verkeer, 
bv: kijkt het kind naar rechts dan stuurt het ook naar rechts. 
Ruggengraat Bekken reflex:  
De reflex ontstaat in de 20ste week van de zwangerschap.            
Bij de geboorte maakt deze reflex het mogelijk 
de baby zich naar buiten kan werken door de heupen de bewegen.
Is deze reflex 9 maanden na de geboorte nog actief dan kan zich dat oa. uiten in:

Niet stil kunnen zitten
Altijd iets in de handen hebben om mee bezig te zijn
Bedplassen
Lage rugklachten
Aarden- zuigreflex:
Deze reflex ontstaat tussen de 24 en 28ste week van de zwangerschap.
Hij heeft een functie bij de zuigbeweging. 
De reflex helpt om de baby met ong. 4 maanden gecontroleerd te laten zuigen
 en niet meer reflexmatig.
Een actieve reflex uit  zich door het ver naar voren steken van de tong. 
Hierdoor kunnen de spieren rondom het mondgebied zich niet goed ontwikkelen.
Dit kan moeilijkheden met duidelijk spreken, slikken en kauwen geven.

Tonisch Labyrint Reflex:
De Tonische Labyrint Reflex bestaat uit twee delen: 
de voorwaartse en achterwaartse. 
Het voorwaartse gedeelte zien we als de baby tegen de baarmoederwand drukt, 
het hoofdje kan dan naar voren buigen. 
Het achterwaartse gedeelte is nodig bij de geboorte
om de draaiing te kunnen maken.
De reflex van het naar voren bewegen is 4 mnd. na de geboorte niet meer actief,
 het achterover buigen heeft langer nodig.
Is deze reflex na 3 jaar nog actief dan kan zich dat oa. uiten in:
Snel uit het evenwicht zijn (elke keer als stand hoofd veranderd)
In elkaar zakken
Gebogen schouders
Op de tenen staan
Stijve bewegingen (houterig)  

Symmetrische Tonische Nek Reflex: STNR


De Symmetrische Tonische Nek Reflex ontstaat 6 tot 9 mnd na de geboorte.
Deze reflex heeft een functie bij het kruipen.
Het zorgt ervoor dat onder- en bovenlichaam tegengesteld kunnen handelen. 
Bij het kruipen beweegt de rechterknie en de linkerarm naar voren
 en dan de linkerknie en rechterarm. 
Het kind leert ook om afwisselend dichtbij en verder weg te kijken en omgekeerd.
Deze reflex is maar een paar maanden aanwezig. 
Blijft de reflex actief dan kan zich dat oa. uiten in:

Zitten op één of twee benen
Hangen in de stoel
Onhandig, overal tegen aanlopen, struikelen
Moeite met bijv. van schoolbord in schrift over te schrijven