Totaal aantal pageviews

maandag 23 januari 2012

Vreemde vogels.


groep 3

Het onderwerp van leeskern 6
sluit niet echt aan bij het seizoen.
Het is een vreemde eend in de bijt. 
Dat komt goed uit...


Het onderwerp van de leeskern in Januari, is namelijk:
Dieren die uit een ei komen.


Het verhaaltje voor de tekenopdracht
gaat over een onbekend ei dat onverwacht gevonden wordt.
Er komt een vreemde vogel uit het ei:
Een echte flierefluiter!


De opdracht is: Teken een vreemde...een fantasie vogel.
Het idee voor de opdracht komt bij tekenen en zo vandaan.


De kinderen tekenen in groep 3 al heel leuk.
Er is een groot verschil tussen groep 1-2 en groep 3 wat tekenen betreft.
Het prettige van deze leeftijd is dat ze gewoon 'doen'.


Maar..er is soms een groot verschil tussen de ene en de andere klas.
Waar de ene klas begint te tekenen en gelijk een vogel tekent die 'goed' is,
gebeurt er in een andere klas iets anders:
Het ene na het andere kind wil een nieuw blaadje.
Het duurt even voor iedereen een vreemde vogel heeft getekend die naar zijn/haar zin is.


Er zijn mooie vreemde vogels getekend.
We hebben er op gelet dat de vogels helemaal ingekleurd zijn.


Eén van de juffen maakt een mooie collage van de vreemde vogels.





vrijdag 20 januari 2012

Kunst en de hersenen



  Dit is geen trol of kabouter.
Dit mannetje op de foto wordt homunculus genoemd.
Het is een weergave van de verhoudingen van allerlei gebieden in de hersenen.
  
         De motorische homunculus heeft hele grote handen en kleine beentjes. 
      In de hersenen is veel ruimte nodig voor het aansturen van de hand.
 Meer dan voor bv. de bewegingen van de knie,
die veel minder ingewikkelde bewegingen maakt. 
 De grote mond heeft te maken met de nauwkeurigheid
van bewegingen bij het praten.

Een mens krijgt per dag een heleboel informatie binnen.
 Die informatie komt tot ons in verschillende vormen. 
Het menselijk lichaam beschikt over 4 groepen sensoren
De sensoren zetten de binnen komende informatie om in elektrische signalen.
Die elektrische signalen komen uiteindelijk in de hersenen. 
                    
De meeste sensoren zitten in de palm van de hand en in de vingers.
Onze hersenen maken met deze informatie een beeld van het voorwerp.
In de hand zitten 2400 zenuwuiteinden per cm² (in de voet 60 per cm²)       
De handen zijn daardoor een zeer gevoelig instrument. 

Blinde mensen maken daar dankbaar gebruik van. 
Ze raken je gezicht aan om te voelen hoe je er uit ziet.
 Ziende mensen gebruiken die beeldvorming ook. 

Hersenen maken gebruik van de informatie
 van de verschillende soorten sensoren in de hand.
Bewegingen van de hand zijn enorm complex. 
        Bij alles wat je doet is er continu controle. 
     Gaat de beweging zoals je wilt?
Gaat de taak die je wilt doen zoals je wilt?  
 Glijdt het voorwerp niet uit de hand?
 Is het niet te zwaar?  
      De hersenen overwegen en herstellen de beweging.

Door onze handen te gebruiken (ook met tekenen, knutselen, muziek maken) 
stimuleren we de hersenen op een heel subtiel niveau. 


Onze hersenen kunnen we ook nog op een andere manier stimuleren
Met kunst!
Dit artikeltje vond ik op de site: Waar Maar Raar:
Waarom heeft kunst zo'n positieve invloed op mensen?  
Een Brits onderzoek beweert hier het antwoord op te hebben.
Proefpersonen moesten naar dertig schilderijen van bekende kunstenaars kijken.
Ze waren aangesloten op een hersenscan.
 Wat bleek: bij de schilderijen die ze zelf het mooist vonden 
vermeerderde de bloedstroom met tot wel 10 procent. 
Bij het in de ogen kijken van een geliefde gebeurt hetzelfde. 
  De onderzoekers geven aan dat er een verhoogde mate van activiteit te zien was 
in het gedeelte van de hersenen waar genotsprikkels worden verwerkt. 
Hoewel het onderzoek nog geëvalueerd wordt, zijn de resultaten verrassend.


                                       

zaterdag 14 januari 2012

Kunstproject



Groep 1-2

Ik ben deze week, een ochtend op school als 'kunstenaar'.
Ik heb wat eigen werk meegenomen als inleiding voor een kunstproject.
Eén van de stagiaires heeft voor haar opleiding dit project voorbereid.

Het is een kunstproject over portretten én zelfportretten.
Ik laat vandaag een paar verschillende portretten zien. 

De kinderen zien dat ieder mens anders is.
 

We wilden de kinderen laten ervaren hoe het is om iemand na te tekenen.
Een meisje wilde wel als model op de stoel van de juf zitten.
Ze heeft heeel stil gezeten! 



De andere kinderen gingen aan het werk.
Het stoeltje is als tafel gebruikt en dat ging eigenlijk best goed.


Vooraf wordt verteld waar je op kan letten letten bij het tekenen van een gezicht.


Er wordt verteld dat een hoofd de vorm heeft van een groot ei.
Dat je in het midden een horizontale hulplijn kan zetten voor de ogen.
De ogen zitten net onder het midden in het gezicht.
Je kan een verticale hulplijn in het midden zetten voor de neus.
De neus zit in het midden net als de mond en de kin.
De onderkant van de neus komt tot halverwege de ogen en de kin.


De kinderen hebben goed zitten luisteren.
De hulplijnen zien we terug in bijna alle tekeningen.
Er is gelet op details als de diadeem in het haar, de paardenstaart, de ogen, wimpers ed.
De resultaten waren verrassend leuk.


Na deze opdracht was het tijd om buiten te spelen en te eten.
Daarna zijn we verder gegaan met het 2de deel van het project.


De stagiaire had al eerder met de kinderen
kartonnen schildersdoeken beschilderd met lichte kleuren.
De doeken waren dus droog en lagen klaar voor gebruik.


De opdracht was nu: teken een zelfportret met wasco op de schildersdoeken.


Het bleek lastig om met wasco op de doeken te tekenen.
Olie-pastels waren beter geweest maar helaas die hadden we niet...
De resultaten van de zelfportretten vielen misschien daardoor wel een beetje tegen.


Dit zijn de leukste zelfportretten.







woensdag 11 januari 2012

SSstil




Ik wil graag dat het stil is tijdens de tekenles.
Stil zijn is de meest directe manier om in je rechterhersenhelft te komen.
Kinderen mochten van mij voorgaande jaren best praten tijdens een tekenles.
Maar... je tekent uiteindelijk beter met je mond dicht


Ik wilde de touwtjes strakker in handen houden tijdens de les
 In de 1-2 klassen op één school komen uiteindelijk meer dan 30 kleuters.
Aan het begin van het jaar zijn de klassen nog overzichtelijk.
We zijn dit jaar dus begonnen met 'stil' werken!
De nieuwe kinderen gaan daar gelijk in mee.

Het gaat redelijk goed.
Wat erg prettig is dat er minder gebabbel en geklets is
over onderwerpen die niet relevant zijn.
De kinderen letten minder op elkaar
én leveren minder commentaar op elkaars werk.
Ze zijn beter met hun eigen werk bezig.






zondag 8 januari 2012

De boze tovenaar


Groep 1-2

Als je het over de smurfen hebt
 dan heb je het ook over Gargamel.
Gargamel is de boze tovenaar.
Hij verstoord steeds het idyllische leven van de smurfen.
 Hij probeert de smurfen te vangen voor zijn toverdrank.

                    
Het verhaaltje gaat over Gargamel.
Gargamel staat op de toren van zijn kasteel.
Hij wacht op de blauwe maan.
De blauwe maan is magisch:
Een smurf gevangen bij een blauwe maan
 maakt zijn toverdrank extra sterk.


De opdracht is:
Teken de kantelen na.
Teken ze zo strak mogelijk.
Vierkante vormen zijn moeilijk voor de kinderen
maar ze hebben hun best gedaan.


Daarna mogen de kinderen de blauwe maan tekenen.
Ze beginnen heel klein, links om, met rondjes draaien,
en maken de maan steeds een randje groter.


      
Het gezicht van Gargamel wordt ingekleurd met kleine rondjes.
Als laatste maken ze het kasteel helemaal af.
en versieren ze de tekening zoals ze zelf willen.







woensdag 4 januari 2012

Smurfen



Groep 1-2

De aanleiding voor het thema Smurfen 
is de nieuwe Smurfenfilm in het najaar 2011.
De Smurfen passen ook goed in het thema Herfst.
Ze wonen in paddenstoelen in een idyllisch dorpje in het bos.
  
De kleine blauwe mannetjes zijn nog steeds populair.
De kinderen vinden ze erg leuk en kennen de verschillende smurfen.



Het is een kort thema en duurt 2 weken.


Al snuffelend op internet over een onderwerp kom je ook nog wat te weten.
De Smurfen zijn in 1958 bedacht door de Belgische striptekenaar Peyo.
Het woord smurf is ontstaan toen de tekenaar uit eten ging met een vriend. 
Hij wilde het zout hebben maar hij kon niet meer op het woord komen. 
Daarom vroeg hij in het Frans: ” geef me de smurf (schtroumpf) eens aan ".
Zijn vriend zei toen als grapje: “hier smurf aan.” 
Zo ontstond tijdens het eten de smurfentaal. 

  
Het verhaaltje verteld wat over de smurfen en gaat kort in op het verhaal van de film.
De smurfen zijn door een magische poort gevlucht voor Gargamel.
Ze zijn in onze tijd en in onze wereld terecht gekomen.
Ze moeten ook weer terug door die magische poort.


Op het tekenblaadje staan al een paar smurfen en de opdracht is: 
Kleur de smurfen met ronde draaibewegingen heel netjes in.
Ieder kind heeft een blauw potlood en de kinderen doen er duidelijk hun best op.


Het 2de deel van de opdracht is: Teken de magische poort.

 

   Het 3de deel van de opdracht is: teken magische sterren.