De zomervakantie begint voor onze regio.
Er zijn even geen tekenlessen waar ik over ga bloggen.
Deze zomer wil ik het hebben over kleur.
Wat is kleur?
Er zijn even geen tekenlessen waar ik over ga bloggen.
Deze zomer wil ik het hebben over kleur.
Wat is kleur?
Kleur is een natuurkundig verschijnsel.
Kleur is een eigenschap van licht.
Zonder licht is er geen kleur.
Wit licht bevat alle kleuren van de regenboog.
De in het (zon)licht aanwezige kleuren
worden door de voorwerpen waar het licht opvalt,
geabsorbeerd, opgenomen of
gereflecteerd, teruggekaatst.
We zien de voorwerpen in de kleur van het teruggekaatste licht.
We zien de voorwerpen in de kleur van het teruggekaatste licht.
Dus: wat naar ons oog wordt
teruggekaatst, zien wij als kleur.
Een rood vlak bv. kaatst alleen het rode gedeelte van het
licht terug
en absorbeert alle andere kleuren.
We zien alleen rood.
Worden alle lichtkleuren door een voorwerp geabsorbeerd dan is het voorwerp zwart.
Een voorwerp is wit als het veel licht terugkaatst.
Zonder licht, in het donker, kunnen we geen kleuren zien.
Het soort en de hoeveelheid licht beïnvloed de kleur.
Kleuren lijken anders bij sterk zonlicht dan bij schemer.
Bij het licht van een straatlantaarn lijken ze weer anders dan bij het licht van tl-buizen.
Kleur wordt beïnvloed door de omliggende kleuren.
De natuurkundige Newton ontdekte dat het ‘witte’ daglicht van de zon
via een glazen prisma kan worden gesplitst.
Omdat de in het zonlicht aanwezige kleuren alle een verschillende brekingshoek hebben, komen de kleuren gesplitst uit het prisma tevoorschijn.
Rood heeft de grootste brekingshoek, violette de kleinste.
Zo verschijnen ook alle tussentinten:
de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet;
Een voorwerp is wit als het veel licht terugkaatst.
Zonder licht, in het donker, kunnen we geen kleuren zien.
Het soort en de hoeveelheid licht beïnvloed de kleur.
Kleuren lijken anders bij sterk zonlicht dan bij schemer.
Bij het licht van een straatlantaarn lijken ze weer anders dan bij het licht van tl-buizen.
Kleur wordt beïnvloed door de omliggende kleuren.
De natuurkundige Newton ontdekte dat het ‘witte’ daglicht van de zon
via een glazen prisma kan worden gesplitst.
Omdat de in het zonlicht aanwezige kleuren alle een verschillende brekingshoek hebben, komen de kleuren gesplitst uit het prisma tevoorschijn.
Rood heeft de grootste brekingshoek, violette de kleinste.
Zo verschijnen ook alle tussentinten:
de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet;
Breking van het witte licht
kunnen we zien in de regenboog,
een zeepbel of in een olievlek op het water.
een zeepbel of in een olievlek op het water.
We zien kleuren door een systeem van ‘kegeltjes’ en
‘staafjes’
in het netvlies van onze ogen.
in het netvlies van onze ogen.
De ‘staafjes’ nemen de ‘toon’ waar: de waarden tussen licht en donker.
De
‘kegeltjes’ nemen kleur waar: rood, groen en blauw.
Met deze twee systemen kunnen we alle
kleuren en kleurschakeringen zien.
Bij weinig licht, bv. s’avonds, zien we via de
‘staafjes’ vooral de grijstinten.
Mensen die kleurenblind zijn, kunnen nog wel kleuren zien,
Mensen die kleurenblind zijn, kunnen nog wel kleuren zien,
maar de nauwkeurigheid
waarmee ze die van elkaar kunnen onderscheiden is minder.
Hier is nog meer informatie over kleur.
Hier is nog meer informatie over kleur.
