groep 1-2
Boer Boris woont op een boerderij.
Hij verbouwt niet alleen groenten
op de boerderij houd hij ook kippen, koeien, paarden, schapen
en natuurlijk loopt er ook een kat rond op de boerderij.
De boerderijdieren leveren een heleboel producten
die boer Boris kan verkopen op de markt.
De kippen leggen eieren,
de koe geeft melk en het schaap geeft wol.
Op het blaadje staan de boerderijdieren.
Ze staan gezellig bij elkaar en mogen worden ingekleurd.
De dieren staan achter een hek anders lopen ze weg.
We gaan het hek tekenen.
Het is een oefening die aansluit
bij de tekenontwikkeling van het jonge kind.
Kinderen gaan op een gegeven moment ladders en kruisingen tekenen:
Het tekenen van Kruisingen geeft aan dat er een eigen wil ontstaat,
Kinderen gaan meer en meer hun eigen weg.
Kinderen gaan meer en meer hun eigen weg.
Het doorkruisen van andermans meningen begint.
Als kinderen spelen zien we botsingen en kruisingen.
We noemen deze periode wel de peuterpubertijd.
We tekenen Boer Boris ook
want hij moet de dieren voeren en verzorgen.
Boer Boris moet veel moeite doen om op de markt te komen.
In het boek komen veel nieuwe verkeersborden voor.
Hier zijn er twee getekend: