Frozen 1: Olaf

groep 1-2

We zetten vandaag Olaf in het zonnetje.

Olaf wil heel graag de zomer meemaken.

Hij droomt al zijn hele leven van de zon 

van de zomer en van lekker warm.

Hij wil de bijtjes horen zoemen

en de paardenbloempluisjes zien zweven.

Hij wil met een glas limonade in zijn hand 

lekker liggen zonnen op het strand.

Hij wil met een bootje de zee op als het zachtjes waait.
Maar ...

als het zomer wordt gaat Olaf smelten en dat heeft hij niet door.

Als Elza terug keert naar Arendell.

geeft ze Olaf een eigen sneeuwwolkje. 

Haar volk krijgt een ijsbaan op het plein voor het paleis.

We gaan vandaag een ijsbaan maken.

Het is de luie 8 die we honderd duizend miljoen keer gaan maken.

Waarom zo veel?

Omdat het een hele goeie oefening is voor de samenwerking 

tussen de linker en rechterhersenhelft.

Olaf mag worden ingekleurd,

De sneeuwkristallen mogen over getrokken worden

en er mag nog wat bij getekend worden.

We doen deze oefening regelmatig

en in de meeste gevallen gaat het goed.

Als kinderen moeite hebben met de oefening 

dan doen we de oefening samen.

Wat kan er mis gaan bij deze oefening?

De luie 8 wordt staand gemaakt:

Er wordt niet gekruist in het midden:

Hoe strakker de luie 8 hoe beter.

Frozen 1: Het ijspaleis.

groep 1-2

Elza komt door haar toverkunsten in moeilijkheden.

Ze kan haar magie niet goed beheersen
en daar maken een paar mensen 
met slechte bedoelingen misbruik van.

 Arendell is veranderd in een ijskoud koninkrijk

waar het altijd winter is.

Elza vlucht weg en verstopt zich

 in een zelfgemaakt ijspaleis.

Dat ijspaleis gaan we vandaag tekenen.

De helft van het ijspaleis staat al op het blaadje,

de andere helft gaan we erbij tekenen.
We gaan spiegelen.

Het is een moeilijke opdracht

en ik ben erg benieuwd wat de kinderen gaan doen.

Er was één ventje die met zijn armen over elkaar ging zitten. 

Hij deed niets omdat hij het te moeilijk vond.

De rest ging moedig aan de slag.

De resultaten vielen me uiteindelijk niet tegen.

Elza mag er bij getekend worden met Olaf:

Er mogen extra sneeuwvlokjes bij:

en sterren:

Het lijkt nu of de opdracht bij de meeste kinderen 'goed' gemaakt is.

De beste tekenaars uit groep 2 kwamen er wel uit.

De rest gebruikte de tekening als kleurplaat en deed een poging tot...

dat is niet erg als er maar iets gebeurd. 

Elza:

Frozen 1: Elza

groep 1-2

We gaan werken over de film Frozen 1.

De kinderen vinden het helemaal geweldig.

Het is een erg leuk thema zo midden in de winter

zeker als sneeuw en ijs op zich laten wachten.

De kleuters kennen de film beter dan ik.

Ik heb de film 1x gezien en vond het verhaal nogal ingewikkeld

maar de kinderen hebben er blijkbaar geen moeite mee.

Elza kan toveren, ze tovert met ijs en sneeuw.

Ze beheerst haar toverkunsten niet goed 

daardoor komt ze in moeilijkheden.

Met een daad van echte liefde komt tenslotte alles goed.

Ik laat het verhaal voor wat het is

Ik vraag alleen hoe de prinsesjes heten

 en in welk land ze wonen.

Dat wisten de kinderen wel.

Ik heb een paar foto's van sneeuwvlokjes bij me

uit het boek 'Snowflakes' van Kenneth Libbrecht.

Hier is een filmpje over het ontstaan van sneeuwvlokjes

want dáár gaan we vandaag een tekening over maken.

Elza staat in een haar bekende toverhouding op het papier.

Er staan sneeuwkristallen aan de zijkant.

Elza heeft alleen een bovenlijfje

 en we gaan haar een mooie jurk aangeven.

De opdracht is al eerder bij het sprookje van Assepoester

 aan bod gekomen en werd daar goed gemaakt.

De sneeuwkristallen gaan we overtrekken.

Ik heb al vaker een opdracht met sneeuw uitgeprobeerd.

maar de kinderen maken nooit veel werk van de sneeuwvlokjes

daarom zet ik er nu een voorbeeldje bij.

De sneeuwkristallen lijken op de sterretjes.

Kinderen van ongeveer 6 jaar 'moeten'
 de sneeuwvlokjes/sterretjes kunnen tekenen.
Met 3 jaar kunnen de meeste kinderen een + tekenen en met 5 jaar een x
Beide tekens hebben te maken met het oversteken van de middellijn.
Niet alle kinderen in groep 1-2  kunnen de kristal/sterren maken.

We werken vandaag met winterkleuren:

Lichtblauw, donkerblauw, roze, paars, geel.

Zo blijven we ook een beetje in de sfeer van Frozen.

 

Olaf mag er bij getekend worden.

Er mogen meer sneeuwvlokjes bij.

Sneeuwvlokken

groep 3

Jaren geleden...
toen we net begonnen met de tekenlessen,

hebben we een paar keer in de winter
 "berijpte" sneeuwvlokken gemaakt met groep 3.

De leerkrachten hebben de opdracht weer opgepakt.

De resultaten hingen op het raam:

Er is veel informatie en een prachtig boek over sneeuwvlokken.

Dit boek is de inspiratiebron voor de opdracht.

De foto's in het boek doen denken aan de waterfoto's van Emoto.
Op het digibord kan je foto's van de sneeuwvlokken laten zien als voorbeeld. 

Hoe maak je de berijpte sneeuwvlokken?
Water en dus ook sneeuwvlokken

 zijn eigenlijk opgebouwd uit 6 hoeken (ipv 8 zoals hier).

De 6 lijnen van de sneeuwvlok

 staan al op het blaadje en zijn blad vullend.

De kinderen gaan de sneeuwvlok mooier maken, 
Ze tekenen versieringen met vertakkingen ed.

Ze maken er hun eigen sneeuwvlok van.

Werk niet te gedetailleerd.

Geef ieder kind een stevige 
half doorzichtige insteekmap of insteekhoes.

Schuif het papier met de versierde sneeuwvlok in de insteekmap.

'Teken' met hobbylijm de sneeuwvlok over op het plastic.

Als de lijm nog nat is strooi je er ruim witte kristalsuiker over.

Druk de suiker een beetje aan en laat de lijm drogen.

Door het matte plastic en de suiker krijg je een ijs-effect.

Gebruik een nieuw flesje lijm: 

Het is voor de kinderen best zwaar

 om de lijm uit het flesje te knijpen.

Verder mogen ze van te voren de suiker wel proeven

maar later in combinatie met de lijm niet meer.

Ieder sneeuwvlokje is anders:
De resultaten:

Handschrift

In sommige kringen zijn er grote zorgen over het handschrift van onze jeugd,

anderen denken daar wat luchtiger over 

want is leren schrijven nog nodig in het digitale tijdperk?

Verdwijnt het handschrift door de computer en mobieltjes?

 30 procent van de leerlingen in het ­basis- en middelbaar onderwijs 

heeft moeite om leesbaar te schrijven.

Daar zijn verschillende oorzaken voor.

Het netwerk voor de fijne motoriek 

bestaat uit 29 gewrichten en 35 spieren. 

Die heb je allemaal nodig om te kunnen schrijven.

Die motoriek kan je met jonge kinderen al oefenen

bv. door te tekenen, te knutselen en spelletjes te spelen.

Anneloes Overvelde is gepromoveerd 

op onderzoek naar leren schrijven.

Schijven is intensief.

Voor iedere letter maak je andere bewegingen.

Bij typen is elke beweging het zelfde.

Door dat elke letter een andere beweging vraagt 

is de hersenactiviteit groter als je schrijft dan bij het typen.

Kinderen herkennen de letters ook beter.

Alles wat je opschrijft onthoud je beter.

Het schijnt ook een goed effect te hebben op rekenen.