Stichting Schriftontwikkeling heeft onderzocht
hoe het schrijfonderwijs al op jonge leeftijd kan worden ondersteund.
Ze hebben voor jonge kinderen mooie kleuroefeningen ontwikkeld.
Ze gebruiken de gewone 6 kantige kleurpotloden.
We gebruiken voor de kleuters vaak te dik kleur- en schrijfmateriaal
waardoor het buigen en strekken vanuit de vingers moeilijk is.
Gebruiken we te dik materiaal dan dwingen we het kind min of meer
om vanuit de schouder-motoriek te werken.
Al vanaf de jaren '60’ van de vorige eeuw is bekend
dat de schouder-motoriek en de hand-vingermotoriek
onafhankelijk van elkaar worden aangestuurd.
We hoeven dus niet eerst de schouder-motoriek te ontwikkelen
voor we aan de fijne motoriek toekomen.
Dhr. Netelenbos schrijft over de motorische mogelijkheden
van het jonge kind (vanaf 2 jaar!) het volgende:
“Zowel rijping àls oefening in de eerste levensjaren
zijn van belang voor het optreden van veranderingen in motorisch gedrag.
Ook leerervaringen spelen vanaf de geboorte mee bij de ontplooiing van dit gedrag.
Na het 2de levensjaar,
wanneer de primaire sensorische en motorische gebieden
van de cortex zijn volgroeid, neemt de invloed van rijpingsfactoren
op het grof motorisch gedrag beduidend af.
Na het 4de levensjaar is ook de groei van het cerebellum voltooid,
wat betekent dat ook bij de regulatie van het fijn motorisch gedrag
leerervaringen een grotere rol kunnen spelen dan voorheen.”
Dus: niet alleen het ‘rijpen’ van het 2 jarige kind is belangrijk
bij de ontwikkeling van de motoriek óók oefening!
Na het 2de levensjaar spelen de rijpingsfactoren
een minder grote rol voor de oefening van de grove motoriek.
Na het 4de levensjaar geld dit ook voor de fijne motoriek.
Volgens de deskundigen kunnen we dus
gewoon gaan oefenen met jonge kinderen.
Als we oefenen moet dit zoveel mogelijk
Niemand heeft ooit leren pianospelen
door er een boek over te lezen.
door er een boek over te lezen.
Edel Maex