Een medaille

groep 3

Sporten is goed om te doen én leuk.

Je leert met je verlies omgaan
 en je leert winnen.

Er zijn veel verschillende sporten.

 Welke sport past bij je?
Sport je liever met een hele groep of sport je liever alleen?

Je kan altijd verschillende sporten uitproberen.

 Op welke sport zitten de kinderen?

Dat is de vraag.

Veel kinderen zijn nog aan het zwemmen

en moeten dat eerst afmaken 

voor ze een andere sport mogen kiezen.

Andere kinderen doen 2 sporten.

naast zwemmen is voetbal favoriet en judo.

Maar ik hoor ook een paar niet zo voor de hand liggende sporten.

Er zijn 1 of 2 kinderen die niet sporten in een klas.

Buiten spelen hoort ook in het thema Sport en spel.

Kinderen fietsen, steppen of skaten graag.

 

Met  groep 3 gaan we een medaille tekenen.

Het is een bekende opdracht.

 

Onder aan de tekening schrijven we waar het kind goed in is,

waar de medaille mee verdiend is.

 

 Een medaille voor hard rennen.

 en voor dansen:

 

Voor oa. paardrijden :

en er zijn verschillende medailles voor zwemmen:

 

Kinderboekenweek 2013 Sport en spel

groep 1-2

We beginnen al aan het thema van de kinderboekenweek:

Het thema is: Sport en spel.

Omdat de klas de letter B leert van BAL

is er vandaag een bijpassend verhaal en opdracht.

 

In mijn verhaaltje spelen Manon en Joris buiten met de bal.

Ze laten de bal zoveel en zolang mogelijk stuiteren.

Het lukt steeds beter,

Manon krijgt er lol in.

Eerder die dag, op school, lukte het stuiteren niet.

 Manon werd uitgelachen.

Het liefst wilde ze zich verstoppen op een onzichtbaar plekje.

Joris, de leukste jongen van de klas, wilde Manon wel helpen.

Zo komt het, dat ze nu samen buiten spelen.

"Je zit op school om te leren en van proberen kan je leren!"

 Dat wordt de kinderen regelmatig voorgehouden op deze school.

In het verhaaltje komt naar voren dat

 als je oefent het uiteindelijk wel gaat lukken..

 

 We gaan vandaag sporten op papier.

We tekenen het stuiteren van de bal en we tekenen de bal.

Het zijn bekende opdrachten.

We tekenen de bal 20x in de richting van het pijltje: links om.

Het is een oefening voor de letter O.

Als de kinderen tellen stoppen ze heel even bij het pijltje.

 

Het stuiteren is een oefening voor de letter M

We trekken de lijnen precies over.

 De kinderen die het moeilijk vinden worden geholpen.

 

 Als de oefeningen zijn gedaan 

mogen de kinderen de tekening afmaken zoals ze zelf willen.

Ik geef een voorzetje door als voorbeeld twee kinderen te tekenen.

Dat voorbeeld wordt door veel kinderen overgenomen.

 

De kleuters zijn aan het begin van het schooljaar nog erg jong.

Er verschijnen dan ook nog veel koppoters op papier.

Hier volgen een paar mooie voorbeelden:

 

 

 Aan het begin van het verhaal is één van de vragen 

of de kinderen verschillende soorten ballen op kunnen noemen.

Voetballen, strandballen, stuiterballen 

maar ook golfballen en basketballen worden genoemd.

Deze 2 tekenaars tekenden een paar kinderen 
én een heleboel verschillende ballen:

Buiten met de bal spelen tussen de bloemen en onder een regenboog:

Hier en daar hangen ook feestelijke vlaggetjes boven het grasveldje:

  Een vrolijke kras tekening:

Een grasveldje met bomen en vogelnestjes met eitjes: