groep 1-2
De familie beer heeft heel veel pech.
Er gebeurt van alles onderweg
waardoor ze erg laat aankomen bij Opa en Oma.
Het laatst stukje van de reis varen ze met de veerboot over.
Opa en oma staan al te wachten.
Als een file erg lang duurt
dan zou je het liefst een helikoptertje van je auto maken.
Kon je maar een propeller uitschuiven uit je autodak
of vleugels bij de deuren
zodat je weg kan vliegen uit de file.
We gaan het vandaag hebben over reizen door de lucht.
Dat kan met een vliegtuig, met een helikopter of met een luchtballon.
De kinderen leren deze week de letter L
dus gaat de tekenles over de luchtballon.
Met een luchtballon vaar je niet zomaar van A naar B.
Je moet afwachten waar de wind je brengt.
De ballon wordt opgeblazen met warme lucht.
In het mandje staat een brander die warmt de lucht op.
Omdat warme lucht lichter is stuwt de koudere lucht de ballon omhoog.
Het is een spectaculair gezicht als een ballon opgeblazen wordt,
zeker als er meer ballonnen tegelijk opgelaten worden.
De kinderen hebben wel eens een luchtballon gezien.
De ballonnen hebben altijd opvallende kleuren en patronen.
En wij gaan de ballon daarom mooi inkleuren.
Er mogen natuurlijk mensen in het mandje getekend worden:
Daarna gaan we wolken in de lucht tekenen.
Wolken tekenen is soms lastig voor de kinderen.
en daarom gaan we ze een keer oefenen.
Er staan 3 wolken op het blaadje en die gaan we overtrekken.
Dan zit de vorm al een beetje in je vingers.
Er mogen meer wolken bijgetekend worden.
Met de regenboog:
met zandzakken aan het mandje:
en met vliegtuigen in de lucht:
