Het is een drukke tijd voor Sinterklaas.
Sint heeft een heleboel Pieten bij zich
die hem zouden-moeten-kunnen helpen.
Sint heeft een heleboel Pieten bij zich
die hem zouden-moeten-kunnen helpen.
Alle Pieten zijn namelijk ergens heel goed in:
goed de handstand doen
De klimpiet kan goed klimmen.
De kookpiet kan goed koken en bakken.
De pakjespiet kan goed inpakken...
en de paniekpiet...?
en de paniekpiet...?
turnen en de spagaat maken
Welke Pieten zijn er nog meer?
Waar ben je zelf goed in?
Dat zijn de vragen...
Dat zijn de vragen...
goed voetballen
De kinderen mogen voor de klas
zonder woorden... met gebaren...
voordoen waar ze goed in zijn.
handstand
Daar zijn altijd wel kandidaten voor.
Er wordt een handstand gemaakt,
een spagaat,
gitaar gespeeld
en er wordt zelfs opgeruimd!
een spagaat,
gitaar gespeeld
en er wordt zelfs opgeruimd!
Voor de natuur zorgen
De opdracht is: teken waar jij goed in bent.
Hoelahoepen: het rode figuurtje heeft een hoepel om!
De kinderen hebben de opdracht goed begrepen
en ook leuk uitgevoerd.
Een liedje over alle verschillende pieten:






