Het verhaal gaat over een heel klein kerstklokje.
Het klokje heeft een mooie klank.
Als je heel stil bent kunt je het klokje horen.
Als je het een keer gehoord hebt dan vergeet je het geluid nooit meer.
Ons klokje zit in een doos met andere kerstklokken.
Die kerstklokken zijn mooier van kleur en prachtig versierd.
Ze klinker harder en scheller.
Ze zijn groter en natuurlijk belangrijker.
Het kerstklokje wordt over het hoofd gezien,
hij blijft achter in de doos.
Gelukkig gaat een van de kinderen toch op zoek.
Hij hoort het zachte geklingel.
Het kerstklokje wordt gevonden
en krijgt de mooiste plaats midden in de boom.
De tekening is een mandala.
Er staan in een cirkel 8 klokjes op het blad.
De opdracht is:
versier de grote klokken met kleine rondjes, streepjes, kruisjes ed.
Het is een arceer opdracht.
De kinderen mogen zelf weten hoe ze de klokken versieren met goud potlood.
Het vervolg van de opdracht is:
Teken in het midden het kleine klokje.
Teken met groen potlood dennentakjes.
Kersttakken tekenen is toch best moeilijk!
Kinderen gaan op een gegeven moment dwars lijnen tekenen.
Het is de fase van de peuterpubertijd.
Het kind wil zijn een eigen weg gaan en gaat botsingen niet uit de weg.
Het is de periode dat een kind behoorlijk dwars kan liggen.