Elmer en het olifantenfeest.

Elmer maakt graag grapjes 

maar diep in zijn hart vindt hij

 het niet altijd leuk om anders te zijn.

De andere olifanten nemen zijn vermom-poging goed op.

Ze stellen een nieuwe feestdag in.

Op die feestdag komen alle olifanten vermomd.

Alle olifanten zijn die dag vrolijk beschilderd...

en Elmer??

Elmer is op die dag helemaal grijs.

We gaan vandaag de andere olifanten versieren.

Het is de bedoeling dat de olifant versierd wordt en ingekleurd.

Er is geen oefening deze keer.

Dit zijn de resultaten:

Met bloemen en hartjes:

Olifanten met een regenboog:

En een paar tekeningen van nog hele jonge artiesten:

Hard aan het werk:

Elmer in de regen

Elmer vindt het niet altijd fijn 

dat hij anders is dan de andere olifanten.

Op een ochtend gaat hij op weg. 

Hij loopt naar een grote boom met grijze bessen.

Hij schud met zijn slurf de bessen uit de boom

en hij rolt door de bessen zodat hij helemaal grijs wordt.

Als Elmer terug komt in de kudde 

merken de andere olifanten hem niet eens op.

Pas als een flinke regenbui de grijze kleur weg wast 

herkennen ze hem weer.

Ze zijn blij dat Elmer er weer is.

De kinderen kunnen het verhaal vrij goed na vertellen.

Ze kunnen ook alle kleuren (van de regenboog) opnoemen.

Als Elmer een paraplu had gehad 

dan was er niets aan de hand geweest en

had hij nog steeds door kunnen gaan 

voor een gewone grijze olifant.

We gaan daarom een tekening maken 

met Elmer die een paraplu vast houd.

De paraplu is een oude opdracht. 

Hij geeft de gelegenheid 

om de kinderen de kleuren

 van de regenboog te laten oefenen.

We gaan de paraplu inkleuren 

met de regenboogkleuren in de juiste volgorde! 

Het ging heel aardig.

De kinderen mogen zelf weten hoe Elmer eruitziet.

Is Elmer grijs of heeft hij gekleurde blokjes?

 Er mag een regenboog bij getekend worden

gras en regendruppels:

Bloemen, wolken en de zon:

Elmer

We gaan werken uit het boek Elmer.

Elmer is een olifantje.

Hij is niet zomaar een olifantje.

Elmer is een gekleurd olifantje.

Elmer is anders en dat vind hij niet altijd leuk

al maakt hij er het beste van.

Het boek van Elmer is een bekend prentenboek.

Er zijn op internet veel werkbladen en knutselwerkjes te vinden.

Het is een leuk boek om de kleuren te bespreken

én:  'anders zijn'.

De eerste tekenopdracht voor dit boek ligt voor de hand.

Op het blaadje staat een lege Elmer.

De kinderen gaan lijnen trekken van boven naar beneden 

en van links naar rechts.

Deze opdracht sluit aan bij de natuurlijke tekenontwikkeling.

Kinderen gaan op een gegeven moment 

dwarslijnen tekenen.

Deze oefening gebruiken we vaker.

Als de lijnen zijn getekend mogen de vlakjes worden ingekleurd

Dat is nog best veel werk.

De concentratie was op een gegeven moment weg.

De tekeningen zijn dan ook niet afgekomen.

De kinderen mogen de tekening de volgende dag afmaken van de juf.

Het ging mij voornamelijk om de lijnen 

en dat deel van de opdracht is gelukt.

Wil je Elmer knuffelen? dat kan.

Handschrift en pengreep ontwikkeling

Bij de tekenlessen wordt er extra op de pengreep gelet.

De echte pengreep ontstaat meestal vanzelf tussen de 5 en 7 jaar. 

Bij de echte pengreep is er sprake van een driehoek 

tussen duim, wijsvinger en middelvinger. 

De duim en de licht gebogen wijsvinger sturen aan,

 de middelvinger ondersteunt. 

De bewegingen zijn klein, 

de pols gaat meebewegen en draaien

 en met de vingers worden de kleine bewegingen gemaakt

 die nodig zijn om details te tekenen. 

Er zijn een aantal fasen te onderscheiden in de pengreep:

De vuistgreep of onrijpe greep:

Peuters tekenen vanuit de schouder en de elleboog. 

Hun handen bewegen niet en vaak zijn de vingers 

tot een knuistje naar binnen gedraaid. 

Deze vuistgreep duurt meestal tot ongeveer 3 jaar.

Het kind houdt het potlood vast in de palm van de hand. 

De bewegingen van het potlood komen vanuit de pols, arm en romp.

Er zijn geen duim- en vingerbewegingen.

De overgangsgrepen

                   Deze grepen worden gezien als tussenstap naar een rijpe greep.                                   De kinderen houden het potlood met duim- en vingerbeweging vast.

De bewegingen komen nog vanuit de pols en elleboog.

Sommige kinderen gebruiken daarna een tijdlang de ‘duimdwars’ greep; 

het potlood of krijtje is tussen de gebalde vuist en de duim geklemd. 

De hand staat rechtop en de onderarm rust vaak nog niet op de tafel. 

De meeste kleuters leren in de loop van de tijd 

dat je meer sturing krijgt wanneer de arm op tafel rust.

De rijpe pengreep:

De meest toegepaste rijpe pengreep
 ontwikkelt zich meestal tussen 4 en 6 jaar. 

Het potlood beweegt vanuit de duim en vinger. 

. 

 Als de duim de wijsvinger nog kruist dan is   
  de grijpfunctie van de hand nog niet voldoende ontwikkeld. 
De onderarm rust op de tafel, de elleboog er net buiten.

Deze fase is belangrijk: 
omdat er anders ‘rare’ pengrepen blijven bestaan. 
Let op de geknakte of overstrekte wijsvinger. 
 Wanneer er met teveel druk wordt getekend 
bestaat het risico dat het kind verkrampt gaat werken. 



Gaan kinderen details tekenen en bewust de hand aansturen, 
dan is het tijd om in te grijpen als de pengreep niet correct is. 
Wachten we te lang en worden de kinderen al handig in tekenen 
of schrijven dan is het moeilijker de pengreep te veranderen.

Als kinderen moeite hebben met de pengreep 

kan de volgende truc een oplossing zijn.

Geef het kind een middelgrote knoop of een balletje in de hand. 

Ze houden de knoop met de pink, ringvinger en middelvinger vast.

Het elastiekje drukt het potlood naar achteren

De wijsvinger en de duim zijn 'over' om het potlood vast te houden.

Een andere hele makkelijke en goedkope oplossing is een gewone wasknijper.
De wasknijper kan door het kind eenvoudig zelf verwisselt worden
als er een ander kleurpotlood gepakt wordt.