Groep 1-2
Lotta is een kip.
Ze woont haar hele leven al op de boerderij.
Op een mooie dag trekt ze haar laarsjes aan.
Ze gaat een stukje wandelen.
In het gras vind ze een groot paars ei met een strik.
Welk dier legt er zulke grote eieren,
vraagt ze zich verbaast af.
Zo begint het boek van Lotta en de paashaas.
In mijn verhaal, bij de eerste tekenopdracht,
maakt Lotta met alle boerderijdieren een praatje.
Ze wil weten of er al jonge dieren geboren zijn.
De dieren schudden hun kop:
Er zijn nog nergens kalfjes, veulentjes, pulletjes, biggetjes,
puppies, kuikentjes of kittens geboren.
De kinderen kunnen aardig antwoord geven
op de vraag hoe de verschillende jonge dieren heten.
Lotta vind een groot paars ei met een strik.
Dat bied de gelegenheid voor een luie 8 opdracht.
We gaan de strik 'honderd-duizend-miljoen' keer tekenen
Waarom zo veel?
Omdat het een belangrijke oefening is.
We gaan ook het ei 10 x linksom omtrekken.
Dat is een oefening voor de letter o en het cijfer 0.
De oefening past ook
in de natuurlijke tekenontwikkeling van kinderen
Lotta mag netjes worden ingekleurd:
en het ei mag worden versierd.
Hoé... mogen de kinderen zelf weten.
Als er dan nog tijd is mag er van alles bij getekend worden.
De paashaas:
Bloemen:
Een lammetje in de wei:
De paashaas en kuikentjes:
Het paarse ei:
Een paar tekeningen van erg jonge kinderen: