Totaal aantal pageviews

zaterdag 13 augustus 2011

De middellijn




In de documentaire over de hersenen wordt uitgelegd
 dat er nieuwe verbindingen
 in de hersenen worden aangemaakt
als we iets nieuws leren
en dat die verbindingen zich uitbreiden als we meer oefenen.


Afbeeldingsresultaat voor de twee hersenhelften

Naast het aanleggen van nieuwe verbindingen
 is de samenwerking tussen beide hersenhelften belangrijk.
De linker en rechterhersenhelft hebben eigen taken.
Klik hier als je wilt weten welke hersenhelft bij jou dominanter is.

Door de manier waarop ons onderwijs geregeld is
krijgt de linkerhersenhelft meer aandacht
maar om goed te kunnen functioneren 
is een goede samenwerking 
tussen de beide hersenhelften van belang.
De hersenhelften worden gescheiden door de hersenbalk.
Er moeten voldoende verbindingen zijn
 van links naar rechts en andersom
Die verbindingen worden tot stand gebracht 
oa door te kruipen als baby.
Gaat er iets mis in dat ontwikkelingsproces dan kunnen we achteraf
door een behandeling de primaire reflexen alsnog inhiberen.
Een andere manier wordt geclaimd door de mir methode.


In de edukinesiologie is de luie 8 een belangrijke oefening.
Door de luie 8 te maken worden verbindingen gelegd
 tussen de linker en rechterhersenhelft.
De luie 8 is om die reden ook 
een belangrijke oefening in de tekenlessen.

Een andere belangrijke oefening is de kruisloop:
We tikken met de linkerhand de rechtervoet aan
en andersom.


Je kan ook spelenderwijs de luie 8 oefenen

Afbeeldingsresultaat voor luie 8






dinsdag 9 augustus 2011

Kruipen en zo




Als je kind gaat bewegen kan het de wereld verkennen.
Je kindje krijgt controle over zijn lichaam.
De motorische ontwikkeling volgt in het eerste levensjaar 
een chronologische volgorde die voor elk kind ongeveer het zelfde is. 

Voordat een kind controle krijgt over zijn lichaam 
moet het eerst controle krijgen over zijn hoofd.
 Het hoofdje is in verhouding te groot en te zwaar.
Evenwicht is de basis van de hele motorische ontwikkeling.


Het advies om baby's op de rug te laten slapen, 
maxi cosi's, wipstoeltjes en looprekjes
maken dat baby's niet meer zo makkelijk, 
liggend op hun buik de wereld verkennen.

Waarom is die buikligging belangrijk?

Als een kind op zijn buik ligt worden de spieren van de rug sterker.
Een sterke rug helpt bij het recht houden van het hoofd.
Het kind zal vanuit de liggende positie proberen 
zijn hoofd op te tillen.
In de volgende fase gaat hij omrollen, 
op zijn handen steunen en zijn bovenlijf oprichten.
Als zijn voeten en benen sterker worden
 zal hij proberen om te kruipen. 


Kruipen is een hele belangrijke fase 
in het ontwikkelingsproces van een kind.
Het is belangrijk voor de hand-oog coördinatie, 
voor de oriëntering in de ruimte, 
voor het kruisen van de middellijn.

Niet alle kinderen kruipen. 
Er zijn kinderen die deze fase overslaan, 
die tijgeren, op hun billen schuiven
 of nog andere manieren vinden om vooruit te komen.


Stimuleer het kruipen door het kind 
veel liggend op zijn buik te laten spelen.
Ga zelf op de grond zitten, maak oogcontact, 
laat speelgoed zien en praat tegen je kind.
Beloon je baby met aandacht, 
laat merken dat je ziet hoe goed hij zijn best doet.
Maak de omgeving aantrekkelijk.
Een gladde vloer is lastig om te leren kruipen.
Leg in dat geval tijdelijk een stevig kleed op de grond. 

Doe je kind soepele kleren aan, 
blote voetjes is het beste tijdens het spelen op de grond.


Een van de reflexen die je bij kinderen 
met leer en gedragsstoornissen ziet 
is de nog aanwezige (symmetrische Tonische Nekreflex STNR)
Deze reflex komt tevoorschijn rond 6-8 maanden 
na de geboorte en moet geïnhibeerd zijn
rond 10 maanden na de geboorte.


De reflex zorgt ervoor dat de baby 
op handen en voeten omhoog komt om te gaan kruipen. 
Voordat de baby gaat kruipen gaat hij zitten in de "kat" positie: 
armen gestrekt en de billen rusten op de onderbenen. 
Wanneer het kind zijn hoofdje omlaag beweegt
 buigen de armen tot het hoofd op de grond rust 
en de billen komen de lucht in. 
Wanneer het hoofdje opgetild wordt 
strekken de armen zich en zakken de billen weer op de benen.


Deze reflex verdeelt het lichaam 
in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken.
Als de bovenste helft gestrekt is 
kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd.
Dit is het moment waarop het kind leert zijn ogen te focussen 
van veraf naar dichtbij en omgekeerd.

Schoolkinderen bij wie deze Symmetrische Tonische Nek Reflex 
nog steeds aanwezig is herkennen we doordat ze:

op één of beide benen zitten met werken.
Zo houden ze én hun armen én hun benen gebogen.
Ze "hangen" in hun stoel: benen gestrekt 
zodat de armen gebogen kunnen worden.
Ze hebben moeite met het overschrijven van het schoolbord in hun schrift, 
omdat het focussen van de ogen
 van veraf naar dichtbij en terug veel te langzaam gaat.


Deze kinderen liggen vaak met hun hoofd bijna op de tafel 
wanneer ze aan het werk zijn.
Ook zijn het vaak onhandige kinderen; 
ze lopen overal tegenop, 
stoten van alles omver en struikelen over hun eigen voeten.
Door te kruipen komt deze reflex onder controle.

Van wie leer je nu het beste kruipen??





vrijdag 5 augustus 2011

Hoofdzaken



0oit zag ik de hele documentaire over de werking van de hersenen op video:

De hersenen van jonge mensen leggen snel nieuwe zenuwverbindingen aan, 
daardoor leren kinderen makkelijker dan oudere mensen.
De zenuwverbindingen komen tot stand door alles wat er om ons heen gebeurt.
Ze vormen als het ware plattegronden.
Deze plattegronden moeten binnen een bepaalde tijd voltooid zijn:
"Het is bv. belangrijk dat we in bepaalde fasen 
van onze ontwikkeling in contact komen met taal, beelden en geluiden.
Gebeurt dit niet dan krijgen deze zenuwverbindingen andere taken 
en blijven de spraak, het gezichtsvermogen en het gehoor beperkt." 
(vanaf 6:20 min.)




Het vormen van nieuwe zenuwverbindingen 
is de reden dat als kinderen moeite hebben met een opdracht
we samen gaan werken. 
Ik pak de hand van het kind en we doen samen de opdracht/ oefening.
Zo worden de eerste zenuwverbindingen gelegd.
Ik hoop dat het kind er zelf verder mee gaat oefenen 
en het proces zelf onderhoud.
Ook komen de diverse opdrachten regelmatig terug. 

Het samen tekenen geeft kinderen 
die (denken dat ze) iets nog niet kunnen
een duwtje in de rug om aan de slag te gaan. 
Als een oefening eenmaal samen is gedaan 
gaat het kind de oefening vaak wel zelf uitproberen.




maandag 1 augustus 2011

Talent



Een kind tekent al voor het goed kan praten.
Tekenen is een non-verbale taal.
Als we die taal begrijpen kan ze ons veel vertellen.
Het verteld meer nog dan het kind bewust aan kan geven.
Als een kind niet tekent missen we deze informatie.

Tekenen is een manier om de fantasie zichtbaar te maken,
om creatief bezig te zijn, om jezelf te ontdekken.
Het is een uitlaatklep. 
Positieve en negatieve ervaringen 
en emoties worden verwerkt en geordend. 
Door te tekenen voorkom je dat de ontwikkeling 
van het kind geblokkeerd wordt.

Het uitgangspunt van de lessen is plezier in tekenen krijgen. 
Met de kleuters doen we een half uur per week 
klassikaal een tekenopdracht.
Ze leren omgaan met potlood en papier 
als voorbereiding voor het schrijven.
De tekenlessen stimuleren ook de creativiteit van het kind.

Sommige kinderen hebben niets met tekenen 
en krijgen het ook niet mee van thuis.
Ze zullen uit zichzelf niet zo snel voor tekenen kiezen.
Ze zetten nauwelijks iets op papier, 
tot aan het eind van het jaar ineens het kwartje valt 
en er onverwacht een leuke tekening wordt gemaakt:   


Sommige kinderen hebben wél wat met tekenen en zijn echte talentjes.
Zij zitten een half uur of langer lekker te tekenen
 en maken er iets moois van.


De kinderen hoeven van mij niet eindeloos teruggestuurd te worden
als ze, in onze ogen, te snel klaar zijn met een tekening.
Aan de andere kant mogen de kinderen 
ook wel een beetje gestimuleerd worden  
als ze (te) snel tevreden te zijn met het resultaat.
 Het is een lastige balans.
Het is niet de bedoeling dat de kinderen ontmoedigd worden
omdat een tekening niet 'goed' is...
Want wat is 'goed'?
Voorop staat dat ze met plezier blijven tekenen.
Ik hoop dat de tekenlessen
de kinderen stimuleren om zelf aan de slag gaan.
Dat gebeurt soms ook.


Gelukkig worden er soms foto's gemaakt 
 als ik niet meer in de klas ben.
Het thema was: jonge dieren in de dierentuin.
vanwege de schoolreis naar Blijdorp
De tekenopdracht was: teken de vlekken van de giraf
en dit was het resultaat.
Het ging me om de vierkante vormen.


Op het bord is later een mooie krijttekening gemaakt nav het thema

 







donderdag 28 juli 2011

Huizen tekenen



Tekeningen over huizen, bomen en zelfportretten: 
psychologen zijn er gek op.
Rhoda Kellogg heeft wereldwijd onderzoek gedaan 
naar kindertekeningen met huizen. 
Jacqueline Royer ontwikkelde een: teken- een- huis test. 
Ze deed een uitgebreide studie naar dit onderwerp.
Er is veel studie naar huizen-tekeningen gedaan 
en het is zeker interessant er iets van te weten. 

In een tekening kunnen we verschillende lagen herkennen:
1ste laag = iets actueels.
2de laag = een persoonlijk gevoel van het kind
3de laag = een universele betekenis.


De huis tekening: 
We kunnen het huis op verschillende manieren bekijken.

We kunnen de buitenkant van het huis bekijken: 
Het type huis: flat, rijtjeshuis, vrijstaand huis enz.
De buitenkant heeft een oppervlakkige psychologische betekenis.
Het huis als de plek waar we wonen met onze familie. 

We kunnen het huis zien als een metafoor voor ‘de moeder’.
 Het bied bescherming, verzorging en voeding.
Het huis vertegenwoordigt: de moederschoot, het lichaam, 
de familie, de cultuur, het universum…

We kunnen het huis zien als de ruimte waar de ziel kan wonen.
De muren van het huis vormen een afscheiding tussen binnen en buiten.
De ramen en deuren zijn als de lichaamsopeningen, 
de deur lijkt op de mond, de ramen op de ogen. 
De ramen en deur geven vaak een gezichtsuitdrukking aan het huis.

Tekent een kind een rond huis
dan lijkt dit op het moederlichaam. 
Het geeft het embryonale stadium aan.
Het kind moet/ wil beschermd worden tegen de buitenwereld 
en is nog niet zelfstandig genoeg om de buitenwereld aan te kunnen.

Het vierkante huis met een dak
Een vierkant is het symbool voor bescherming, bezit, stabiliteit. 
Een huis is pas veilig als er een dak op zit.
Het schuine driehoekige dak komt in alle kindertekeningen voor, 
ook in landen waar schuine daken niet voorkomen. 
Het dak is het symbool voor de driehoeksverhouding: vader, moeder, kind.
Veel teken-activiteiten in het dak kunnen verwijzen
 naar problemen in deze driehoeks -verhouding. 
Het dak kan ook gezien worden als het bovenste deel van het hoofd, 
de hersenen, gedachten, dromen, ed. 
Veel details in het dak zorgen voor veel drukte in het hoofd.
Dat kan veroorzaakt worden door problemen tussen de ouders 
waardoor het kind zich dingen in het hoofd haalt.

Muren:
geven stevigheid en stabiliteit van het huis, 
ze zorgen voor een scheiding tussen de binnen wereld en de buitenwereld,  
muren kunnen ook geheimen verbergen, bezittingen, gezelligheid, ruzies.

Ramen:
Met een raam kan je naar binnen kijken en naar buiten kijken.
Gordijnen geven gezelligheid, sfeer en intimiteit.
Licht achter de ramen betekend dat er goed te zien is wat er binnen gebeurt 
en dat dat gezien mag worden.
 Tralies worden getekend om te voorkomen dat er ingebroken wordt.
(bv in de gevoelswereld)

Het ronde raam:
komt veel voor in kindertekeningen 
terwijl die in het echt toch niet veel voorkomen.
Het kan een symbool zijn voor een zielle-venster, 
(de ziel wordt gesymboliseerd door een cirkel.)
 Een rond raam ziet er uit als een oog. 
Een huis heeft een eigen ziel, een eigen innerlijk.

Voordeur: 
is de overgang van het huis (intimiteit) 
naar buiten ( de buitenwereld) en anders om. 
Als er geen deur is dan is alle contact moeilijk.

Rook uit de schoorsteen: 
als de kachel brand is er gezelligheid en warmte in huis.             
Er komt rook uit de schoorsteen als er warmte en voedsel in huis is.
Rook betekent ook dat het kind stoom kan afblazen 
en zijn gevoelens naar buiten kan brengen.

Fundament: 
het is belangrijk dat het huis op een goed fundament staat.
Een goede ondergrond zorgt voor stabiliteit van het huis. 
Bij onzekere kinderen zien we geen streep onder het huis. 
Kleine kinderen teken het huis op de onderrand van het papier,
 hoe hoger het huis op het blad papier wordt getekend
hoe wijder het perspectief is geworden tov het ouderlijk huis. 
Hoe meer afstand er wordt genomen.

De omgeving van het huis: 
Kan er buiten gespeeld worden,
 is er contact mogelijk met de buitenwereld 
dmv een weg naar het huis toe? 
Is het dag of nacht? 
Schijnt de zon, regent het?
Hekken, paden, mensen, dieren, auto’s en wegen 
zijn vaak rationele elementen.

De zon: 
er is warmte, licht in de buitenwereld.
 Vaak heeft de zon een gezicht 
aan de uitdrukking kunnen we zien
 hoe het kind de bescherming van het huis aanvoelt.
De zon is de archetypische vader,
 degene die activeert, licht en warmte biedt, 
die alles weet, macht en kracht heeft.
Het kind kan dmv de gezichtsuitdrukking laten zien hoe hij die kracht ziet.
Is het een donker gezicht met evt. een zonnebril 
dan zou het kunnen zijn dat het kind met kritiek of boosheid wordt bekeken. 
Een bijtende zon met tanden kan agressie uitdrukken.
Een zwarte zon drukt somberheid uit.

Wolken: 
lichte wolken of donkere wolken geven de sfeer aan rondom het huis.
Wolken betekend ook dat er lucht is om adem te halen.
Een donkere lucht kan drukken op een huis of een persoon.

Bomen en groen: 
Beplanting is een belangrijk positief element om te overleven 
Het is een teken dat er ook water in de buurt is, ook al is dat niet getekend.

Hekken en poorten: 
Het huis wordt afgebakend als persoonlijk bezit.
Het kind kan zich in psychisch opzicht ook afbakenen. 
Een huis met hoge hekken kan betekenen dat een kind in een gezin zit 
dat zich weinig met de buitenwereld inlaat.

Een tekening bied de mogelijkheid om vragen te stellen.
Ga niet zelf verzinnen wat een kind bedoelt met een beeldelement.
Vraag het want de betekenis kan anders zijn dan we denken.
klik hier




zondag 24 juli 2011

Bomen



De boomtekening:
Boomtekeningen zijn universele tekeningen.
Mensen laten in hun boomtekeningen zien hoe ze in het leven staan: 
open, vrij, verkrampt, verborgen, afgeknapt, leeg, onvolgroeid, eenzijdig.

De boom kan ons iets vertellen 
                over het zelfbeeld van de kunstenaar.                   
De vorm van de boom vertelt wat over het heden, verleden 
en de toekomstverwachtingen en de groeimogelijkheden.

De boom is een van de oudste symbolen van leven en overleven.
Het is een positief symbool.
Staat er een boom in een tekening 
dan maakt het duidelijk 
dat er voldoende levenskracht in het kind aanwezig is. 

Als kinderen een boom tekenen 
naast een huis of figuur dan verwijst de boom vaak 
naar de relatie van het kind met de moeder.

Na het 7de levensjaar zien we de boom 
steeds meer naar de zijkant van het blad verschuiven.
De aanwezigheid van de moeder wordt dan minder belangrijk.
Is er geen boom getekend dan kan dat een negatief teken zijn.

De stam: 
de nadruk ligt bij een boom tekening vaak op de stam, 
de bladerkroon is vaak in verhouding te klein, dit is leeftijds-adequaat. 
De uitleg kan zijn dat het kind een stam tekent 
met de nadruk op lengtegroei. 
                                     Het kind zal tot zijn 18de jaar nog in lengte  groeien.                                                                          
De bladerkroon zegt wat over het tot groei/bloei komen.
De lengte van de stam kunnen we vergelijken 
met de leeftijdsjaren van het kind, 
in de stam zie we verwondingen, 
die verwondingen kunnen verwijzen 
naar traumatische ervaringen 
in het leven van het kind zoals verhuizingen, afscheid, enz.
De structuur van de stam 
vertegenwoordigt het lichamelijke contact met de moeder.
Er zijn dus verschillende psychische lagen in een stam.

Wortels: 
een echte boom heeft goede wortels nodig, 
de wortels zeggen iets over de draagkracht, 
de verankering en de geborgenheid 
in de vroege jeugd, het ontstaan en de afstamming.
De wortels halen (psychische) voeding uit de bodem 
en aan de tekening kunnen we zien 
of het kind dat krijgt voor zijn gevoelsleven.

Dieren: 
soms worden er dieren getekend bij de boom.
Ze zeggen iets over verlangens en verwachtingen, 
een nest met eieren kan zeggen dat er iets wordt uitgebroed.
Het kan ook betekenen dat een vogel uit het nest wil vliegen.
Een dier in de buurt van de boom kan een bepaald aspect beteken
 in het leven van het kind of een deel van het karakter van het kind.
Een holte in de boom kan betekenen 
dat er in een bepaalde levensfase behoefte is geweest 
aan een nest of een holte, gemis aan bescherming.

Vruchten: 
zijn een positief signaal, 
iets werpt vruchten af, is vruchtbaar.

De takken
de takken die naar links wijzen zeggen
 iets over het verleden en het gevoelsleven, 
de takken die naar rechts wijzen zeggen iets over de toekomst 
en het rationele denken.
Is een tak geknakt of staat er een tak eenzaam getekend 
dan kan het betekenen dat er een trauma of een stoornis is.


De 'boom' zit ook tussen de tekenopdrachten.
De opdracht laat ons zien hoe de kinderen in het leven staan.

Dit is een interessant boek over bomen