groep 1-2
Het thema water duurt 3 weken.
Het leven van een kikker is een leuk onderwerp voor een les in het voorjaar.
Het verhaaltje gaat over een kikker die verlieft wordt.
De kikkers krijgen samen kleine kikkertjes.
Maar met de kindjes van de kikker is iets speciaals aan de hand.
Kikkerdril, donderkopjes zijn woorden die de kinderen wel kennen
De opdracht die er bij hoort is: teken de golven in de sloot.
Voor de tekenopdracht staan de golven al getekend op het papier.
De kinderen trekken de lijnen een paar keer over,
eerst met bv. blauw potlood en later met groen en eventueel met bruin.
eerst met bv. blauw potlood en later met groen en eventueel met bruin.
Zo wordt het echt slootwater en kan de golf vaak geoefend worden.
De kinderen kunnen de tekening afmaken met vissen, waterplanten, kikkerdril en slakjes.
Het kikkertje kan worden ingekleurd met kleine ronde bewegingen.
Het kikkertje kan worden ingekleurd met kleine ronde bewegingen.
Eén van de schrijfpatronen is de golf.
Bij de schrijfpatronen tekenen de kinderen
lange golvende lijnen van de ene kant van het blad
lange golvende lijnen van de ene kant van het blad
naar de andere kant van het blad.
In groep 3 zie ik wat dáár vervolgens gebeurt met het golfje van de 2 en de 7.
De kinderen maken van het golfje achter de 2 een hele zee.
Het kost soms veel moeite een goede 2 aan te leren
De kinderen maken van het golfje achter de 2 een hele zee.
Het kost soms veel moeite een goede 2 aan te leren
De golf was in het begin van mijn tekenlessen ook een lang schrijfpatroon.
Later werden die golven steeds korter.
De kinderen oefenen nu het golfje van de 2 en 7 gelijk goed.
De kinderen oefenen nu het golfje van de 2 en 7 gelijk goed.
Aandachtspunten bij deze opdracht zijn:
Let er op dat de kinderen de golven in één vloeiende lijn 'schrijven'
en níet inkleuren wat nog wel eens gebeurt.
Let er op dat de kinderen de golven in één vloeiende lijn 'schrijven'
en níet inkleuren wat nog wel eens gebeurt.
Ze leggen het papier in de lengte ipv in de breedte.
Ze bedenken dus een eigen oplossing om de opdracht toch te kunnen doen.
Doe de oefening samen.
Ze bedenken dus een eigen oplossing om de opdracht toch te kunnen doen.
Doe de oefening samen.
***
Hebben kinderen moeite met het oversteken van de middellijn dan kan de
Asymmetrische Tonische Nek Reflex (ATNR) nog aanwezig zijn.
De ATNR is nodig bij de geboorte en gedurende de eerste maanden.
Deze reflex zorgt dat de baby vrij kan ademhalen als het kind op de buik ligt.
Ze oefent de spieren als de spieren gestrekt worden aan één kant van het lichaam.
De eerste oog- hand coördinatie vindt plaats.
Deze reflex zorgt dat de baby vrij kan ademhalen als het kind op de buik ligt.
Ze oefent de spieren als de spieren gestrekt worden aan één kant van het lichaam.
De eerste oog- hand coördinatie vindt plaats.
Een nog gedeeltelijke of helemaal aanwezige ATNR kan de volgende klachten geven:
Evenwichtsstoornissen als het hoofd naar één kant bewogen wordt.
In plaats van kruisbewegingen, homolaterale bewegingen, tijdens het lopen.
Moeite met het oversteken van de middenlijn (moeite met lezen en schrijven)
De ogen volgen met moeite bewegingen rond de middenlijn.
De ogen volgen met moeite bewegingen rond de middenlijn.
Gemengde lateraliteit:
Voor dezelfde taak wordt afwisselend de rechterhand en de linkerhand gebruikt.
Slecht handschrift en uitdrukkingsvaardigheid op papier.
Problemen met visuele perceptie, vooral met de weergave van symmetrische figuren.
Gebrekkig ruimtelijk overzicht.
Zwart-wit denken, heen en weer schieten tussen ratio en emotie.
Is de ATNR nog aanwezig
dan strekken de armen en benen aan dezelfde kant zich
als het hoofd naar opzij gedraaid wordt.
Dus: hoofd naar rechts = rechterbeen en rechterarm strekken zich.
Linker arm en linker been buigen of ontspannen zich.
Draait het hoofd naar links dan strekken de ledematen aan de linkerkant zich.
Deze reactie treedt ook op als de ogen heen en weer bewegen tijdens het lezen.
Het bewegen van de ogen heeft hetzelfde effect als het draaien van het hoofd .
De kinderen zitten op een voet of haken hun voet achter een stoelpoot
om geen last te hebben van de reflex.
Ze steunen vaak hun hoofd in hun hand op tafel.
De spieren in de schrijfhand en arm verkrampen snel.
Ze vinden het moeilijk om de middellijn over te steken en om kruisbewegingen te maken.
Doordat de ogen tijdens het lezen voortdurend de middellijn passeren van links naar rechts en andersom wordt de ATNR door de leesbeweging opgewekt en is lezen extra inspannend.
De ATNR verhindert een totaal overzicht van de ruimte.
Doordat er geen totaalbeeld van de ruimte is, is het moeilijk om opdrachten uit te voeren die een ruimtelijk overzicht vragen.
Het kind kan moeite hebben om de essentie van een beeld weer te geven.
Dikwijls zal het kind bij bestudering van beelden in het platte vlak op details gericht zijn.
De reflex verhinderd de vorming van een juist woordbeeld en belemmert bv. het netjes onder elkaar kunnen schrijven van cijfers (grafieken).
De ATNR kan het omdraaien van letters of onderdelen van letters bevorderen.
De nek, schouders en rug verkrampen en ook de ogen raken oververmoeid.
Lezen en schrijven is topsport voor deze kinderen.