Totaal aantal pageviews

vrijdag 7 oktober 2011

Spiderman


Groep 1-2-3

De meeste kleuters kennen hem niet zo goed.
Ze zijn ook eigenlijk nog te jong voor zijn films.
Spiderman is verzonnen als een tienersuperheld.


 
 Peter Parker is een eenzame, verlegen, zeer slimme scholier.
Hij wordt gebeten door een gemuteerde spin.
Hij krijgt daardoor super spinnenkrachten 
waar hij mee om moet leren gaan.
Hij wordt uiteindelijk een superheld die alle schurken verslaat.




Spiderman is een mooie gelegenheid 
voor een opdracht met strakke rechte lijnen.
De opdracht is:
Kleur Spiderman heel netjes in met ronde bewegingen.
Maak het web met rechte strakke lijnen.
 De kinderen krijgen een rood en blauw potlood.

Het tekenen van het web wordt voorgedaan: 
We tekenen rechte lijnen en bij elke hoofddraad 
wacht je even voor je verder gaat.
Net als een spin zijn draad aanhecht aan de spaken van zijn web
zo moeten de kinderen hun lijn ook 'aanhechten'.

Dit is niet de bedoeling.
 
Als kinderen te snel willen tekenen wachten ze niet 
en maken ze het web eerder rond dan hoekig en recht.
Dat gebeurde dus in de eerste klas waar deze les werd gehouden.

net op school 

Om het achter elkaar door tekenen van het web te voorkomen
kregen de kinderen in de andere klassen de opdracht om van kleur te wisselen.
Dus een streepje rood en een streepje blauw. 

 

Dat hielp!
Vinden de kinderen het nog te moeilijk 
om het web achter elkaar door te tekenen
 dan is de volgende variant ook goed:
Teken streepjes onder elkaar.


Streepjes tekenen is best lastig als je 4 jaar bent, 
dus verzin je een andere variatie:



 Als de tekening af is en er is nog tijd over
dan mogen de kinderen aan de achterkant zelf iets tekenen.
2 Super tekenaars uit groep 3 tekenden: Spiderman en Batman.





woensdag 28 september 2011

Arceren en kleuren




Arceren en inkleuren 
vormen de basis van de eerste schrijfoefeningen 
van de schrijf methode Schrift.

De oog-handcoördinatie wordt door het arceren geoefend.  

Arceren is een goede oefening 
voor het trekken van rechte lijnen en evenwijdige neerhalen. 
De belangrijkste letterdelen zijn de neerhalen.
Er kan gearceerd worden met rondjes, ellipsen, kruisjes enz.                 
De oefeningen zorgen ervoor dat het kind later aandacht krijgt 
voor de juiste letterafstand en letterromphoogte.


Het arceren wordt gekoppeld aan het leren kleuren.
                Kleuren is niet altijd iets dat kinderen al van zichzelf kunnen.                             
Kleuren wordt als basisvaardigheid verwacht 
maar wordt niet aangeleerd en begeleid.





Waarom worden er rondjes gekleurd?
 Het kleuren met kleine, ronddraaiende bewegingen zonder  plekjes open te laten,  
oefent de gebogen lijndelen die tijdens het schrijven nodig zijn.
Het oefenen van kleine bewegingen,
 kleiner dan 1 cm zijn nodig voor het schrijven.

We zien kinderen het meest heen en weer kleuren, vanuit de schouder en de pols.
Het potlood raakt makkelijk twee keer dezelfde plek, 
ook kan het zijn dat er plekken niet geraakt worden, 
er blijven dan open plekken in het kleurwerk.
Met kleine ronddraaiende bewegingen is dit niet mogelijk.  
De hand wordt regelmatig verplaatst
 als we met ronddraaiende bewegingen kleuren.
Dit is precies wat met schrijven ook gebeurt.

Door te kleuren met kleine, ronddraaiende bewegingen 
hebben we meer controle over het potlood.
De bewegingssnelheid is gelijkmatiger.
Zo leert het kind dat het potlood niet alleen maar heen-en-weer verplaatst kan worden 
maar dat er zijn meer bewegingen mogelijk zijn. 

Vaak zijn kinderen met een slecht handschrift 
ook onnauwkeurig bij het tekenen.
Door het kind te leren kleuren
 met kleine ronddraaiende bewegingen krijgt het meer beheersing 
over het te kleuren vlak, dit versterkt het ‘grafisch zelfbewustzijn’.

Het 'heen-en-weer-kleuren' kan hardnekkig zijn. 
Het kind is het niet gewend om vanuit de vingers te werken.

Het is belangrijk dat kinderen vanaf het begin
 leren om nauwkeurig waar te nemen,
 nauwkeurig uit te voeren én nauwkeurig te controleren.
De grote vraag na het inkleuren van een kleurvlak is 
of er nog witte plekjes te zien zijn.  
   De witte plekken moeten alsnog worden ingekleurd.
Keur geen vlakken goed waar nog iets aan mankeert.
Een nauwkeurige houding is net zo belangrijk als de oefening zélf.


Voor het inkleuren gelden de volgende kwaliteitscriteria:

1. Binnen de lijntjes kleuren
2. Geen witte plekjes overlaten
3. Egaal inkleuren
4. Rondjes zo klein, dat je ze niet meer terugziet
5. Bij toonverloop, traploze toonovergang

Voor arceren gelden de volgende kwaliteitscriteria:

1. Alle lijntjes even recht (of even gebogen)
2. Alle lijntjes op gelijkmatige afstand (gelijke spatie)
3. Alle lijntjes evenwijdig
4. Geen lijntjes door de buitenlijnen
5. Geen lijntjes op enige afstand van de buitenlijnen




maandag 26 september 2011

Leren schrijven








Schrijven is een instrumentele vaardigheid volgens de schrijf methode schrift.
Met een goede uitleg, begeleiding en oefening 
leren we schrijven net zoals we een instrument leren bespelen 
of leren eten met mes en vork.

Een juiste werkhouding en en goede pen greep zijn belangrijk.
Bij een goede pen greep 
ligt de middelvinger onder de pen 
en de wijsvinger en duim van de zijkant tegen de pen.


De juiste werkhouding is: 
Goed aangeschoven zitten tussen rugleuning en tafelrand.
Er is geen ruimte tussen de buik van het kind en de tafelrand.   
                       Het hoofd rechtop, de schouders evenwijdig aan de tafelrand.                         
De voeten naast elkaar. 
De hele schrijvende of kleurende onderarm op tafel.


Er wordt gewerkt met: 
dunne 6 kantige (kleur)potloden, 
0,5 mm vulpotloden, vulpen, gelpen of dunne fineliner. 

Lees op deze pagina over het gebruik van potloden en pennen.









                  





vrijdag 23 september 2011

Oefenen.


 


Stichting Schriftontwikkeling heeft onderzocht 
hoe het schrijfonderwijs al op jonge leeftijd kan worden ondersteund. 
Ze hebben voor jonge kinderen mooie kleuroefeningen ontwikkeld.
Ze gebruiken de gewone 6 kantige kleurpotloden.

We gebruiken voor de kleuters vaak te dik kleur- en schrijfmateriaal 
waardoor het buigen en strekken vanuit de vingers moeilijk  is.
Gebruiken we te dik materiaal dan dwingen we het kind min of meer 
om vanuit de schouder-motoriek te werken.  
Al vanaf de jaren '60’ van de vorige eeuw is bekend 
dat de schouder-motoriek en de hand-vingermotoriek 
onafhankelijk van elkaar worden aangestuurd. 
We hoeven dus niet eerst de schouder-motoriek te ontwikkelen
 voor we aan de fijne motoriek toekomen.


Dhr. Netelenbos schrijft over de motorische mogelijkheden 
van het jonge kind (vanaf 2 jaar!) het volgende: 

Zowel rijping àls oefening in de eerste levensjaren 
zijn van belang voor het optreden van veranderingen in motorisch gedrag.  
Ook leerervaringen spelen vanaf de geboorte mee bij de ontplooiing van dit gedrag. 

Na het 2de levensjaar, 
wanneer de primaire sensorische en motorische gebieden 
van de cortex zijn volgroeid, neemt de invloed van rijpingsfactoren 
op het grof motorisch gedrag beduidend af. 
                                                                 
Na het 4de levensjaar is ook de groei van het cerebellum voltooid, 
wat betekent dat ook bij de regulatie van het fijn motorisch gedrag
 leerervaringen een grotere rol kunnen spelen dan voorheen.”

Dus: niet alleen het ‘rijpen’ van het 2 jarige kind is belangrijk 
bij de ontwikkeling van de motoriek óók oefening! 

Na het 2de levensjaar spelen de rijpingsfactoren
 een minder grote rol voor de oefening van de grove motoriek. 
Na het 4de levensjaar geld dit  ook voor de fijne motoriek.

Volgens de deskundigen kunnen we dus 
gewoon gaan oefenen met jonge kinderen.
Als we oefenen moet dit zoveel mogelijk 
overeenkomen met de werkelijke situatie.
Daarnaast is goede feedback heel belangrijk.

Afbeeldingsresultaat voor kind speelt piano

Niemand heeft ooit leren pianospelen
door er een boek over te lezen.
Edel Maex

zondag 18 september 2011

Gijs Voskuyl




Gijs Voskuyl is docent modeltekenen geweest
aan de Academie in Rotterdam
van 1950 tot 1980.
Daarna heeft hij oa. lesgegeven in het Oude Raadhuys in Spijkenisse

Begin jaren 90 heb ik een aantal jaren les gehad van Gijs Voskuyl.
Hij was toen rond de 80 en gaf nog wekelijks portret en modellessen
(Hij is in 2004 gestorven en 89 jaar geworden.)

                                         
Voskuyl tekende altijd met 6b potlood.
Altijd op grote vellen wit papier.
Altijd met een model.
Elke houding, elke spier en elk detail wist hij op papier te vangen.
Je leerde KIJKEN bij hem
én je leerde je potlood gebruiken.


Hij wist alle licht-donker nuances uit zijn potlood te halen.
Hij gaat van het donkerste zwart naar het lichtste wit.
Hij gebruikte zijn potlood en papier zo dat de onderlaag van zijn papier wit bleef.

*

Papier heeft een structuur: 
Als te hard op je potlood drukt smeer je de 'kuiltjes' in je papier dicht 
en kan je niet veel meer met je papier.
Kleur je op de bovenlaag van je papier dan blijft de onderlaag wit
De tekening blijft zo altijd 'open'
terwijl je toch heel donker kan werken.
We noemden dat 'greinen'
maar die term kan ik nergens terug vinden op Google.


Ik leerde portretten tekenen in de stijl van de meester.


Later ben ik zijn stijl los gaan laten en ben ik met kleur gaan werken.


Nog later ontstond een eigen vormentaal 
op een cursus "Eigen Stijl Ontwikkelen"
en ben ik gaan werken in een gemengde techniek. 
Potlood en kleurpotlood hebben nog steeds mijn voorkeur.
Het greinen is er altijd ingebleven.
Rondjes kleuren had ik ergens op de lagere school al een keer meegekregen.
Dat laatste probeer ik nu de kinderen mee te geven.






donderdag 15 september 2011

Droedelen




Krabbelen en droedelen is een goeie manier 
om weer op te starten met tekenen. 
Een droedel (doodle) is een tekening 
zonder duidelijk doel, gedachteloos gemaakt.
Het zijn krabbels gemaakt vanuit het onderbewuste.
Vaak zijn het eenvoudige tekeningen, 
soms groeien ze uit tot uitgebreide patronen.
niet te krabbelen in zijn notitieblok of aan de kantlijn van de krant?


Vrijwel iedereen maakt Droedels!
De één tekent poppetjes, 
de ander geometrische patronen.
Door gedachteloos te krabbelen 
kom je in de rechterhersenhelft, 
in de juiste mood.


De herhaling van lijnen en vormen is ontspannend
en helpt je, je gedachten te ordenen. 

Droedelen kan helpen bij het nemen van beslissingen 
en het oplossen van problemen!

Droedelen kan gedachten onthullen waar je geen besef van hebt.
Als we tekenen brengen we onze gedachten 
naar buiten waar we ze kunnen zien.
Daarna kunnen we de tekeningen interpreteren.

Afbeeldingsresultaat voor droedels tekenen

Nancy Nelson en Alice Landry 
hebben een overzicht samengesteld
 van de meest voorkomende doedels. 
Ze ontrafelen de diepste emoties, 
de meest wilde fantasieën en onbewuste verlangens 
uit meer dan tweehonderd tekeningen:


 Droedelen is helemaal in!
Er zijn verschillende boeken te koop over dit onderwerp. 
Er zijn ook prachtige voorbeelden te vinden van zentangle's 
die veel lijken op droedels maar een kunstvorm op zich zijn.

Overigens is droedelen van alle tijden
bleek uit een onderzoek van een Leidse historicus.