Totaal aantal pageviews

dinsdag 7 februari 2012

De sneeuwbol



groep 1-2

Sneeuwbollen zijn leuke decoratieve hebben-dingetjes.
Ze zijn dit keer het onderwerp van de tekening.


Het verhaal gaat over een sneeuwbol.
Je kijkt er gefascineerd naar.
Voor je het weet sta je zelf in de bol.
Voor je het weet sta je in een stille-witte-wereld.


Wat kan je allemaal doen in de sneeuw?
Waar speel je mee?


Het idee komt bij tekenen en zo vandaan.
We passen het een beetje aan voor de kleuters.


Op het blaadje staat al een bol met een voet.
De kinderen tekenen de cirkel 10x rond de bol.
Doordat de kinderen tot 10 gaan tellen stoppen ze elke keer heel even op het beginpunt.
Er staat een stip met een pijltje bij de bol en ze trekken de cirkel linksom.


Daarna mag er in de bol een wintertekening gemaakt worden.
Dit deel van de opdracht is vrij.
Het 3de deel van de opdracht is:
Teken kleine sneeuwvlokjes in de bol (arceer oefening)


Als laatste wordt de voet van de bol ingekleurd en versierd.


Een hele mooie tekening van een meisje van 5 jaar! oud



zaterdag 4 februari 2012

vogels voeren




groep 1-2

Vogels hebben het moeilijk in de winter.
Het is leuk om ze te voeren
en om binnen, achter het raam naar ze te kijken.


Wie heeft er een vogelhuisje in de tuin?
Wie geeft de vogeltjes wel eens iets te eten?
Wat geef je ze te eten?
Dat zijn de vragen.



De winter heeft lang op zich laten wachten dit jaar.
 De opdracht 'Vogels voeren' is ook te gebruiken
als een neutraal winterlesje tussendoor.


Het verhaaltje is eenvoudig.
Met de opdracht wist ik niet goed raad...


Omdat je thuis niet altijd goed kan inschatten
hoe een les verloopt wilde ik hem wél uitproberen.
Er zit deze keer geen oefening in de opdracht.



Op het blaadje staat een leeg vogelhuisje.
De kinderen mogen het vogelhuisje verder af maken en versieren.
Ze mogen er vogeltjes in tekenen en pindaslingers,


vetbollen


appels, ed.


De kinderen hebben een tijdje heel stil en geconcentreerd zitten werken.
De resultaten waren leuker dan ik had verwacht.



maandag 23 januari 2012

Vreemde vogels.


groep 3

Het onderwerp van leeskern 6
sluit niet echt aan bij het seizoen.
Het is een vreemde eend in de bijt. 
Dat komt goed uit...


Het onderwerp van de leeskern in Januari, is namelijk:
Dieren die uit een ei komen.


Het verhaaltje voor de tekenopdracht
gaat over een onbekend ei dat onverwacht gevonden wordt.
Er komt een vreemde vogel uit het ei:
Een echte flierefluiter!


De opdracht is: Teken een vreemde...een fantasie vogel.
Het idee voor de opdracht komt bij tekenen en zo vandaan.


De kinderen tekenen in groep 3 al heel leuk.
Er is een groot verschil tussen groep 1-2 en groep 3 wat tekenen betreft.
Het prettige van deze leeftijd is dat ze gewoon 'doen'.


Maar..er is soms een groot verschil tussen de ene en de andere klas.
Waar de ene klas begint te tekenen en gelijk een vogel tekent die 'goed' is,
gebeurt er in een andere klas iets anders:
Het ene na het andere kind wil een nieuw blaadje.
Het duurt even voor iedereen een vreemde vogel heeft getekend die naar zijn/haar zin is.


Er zijn mooie vreemde vogels getekend.
We hebben er op gelet dat de vogels helemaal ingekleurd zijn.


Eén van de juffen maakt een mooie collage van de vreemde vogels.





vrijdag 20 januari 2012

Kunst en de hersenen



  Dit is geen trol of kabouter.
Dit mannetje wordt homunculus genoemd.
Het geeft de verhoudingen van allerlei gebieden in de hersenen weer.
  
         De homunculus heeft hele grote handen en kleine beentjes. 
      In de hersenen is veel ruimte nodig voor het aansturen van de hand.
 Meer dan voor bv. de bewegingen van de knie,
die veel minder ingewikkelde bewegingen maakt. 
 De grote mond heeft te maken met bewegingen bij het praten.

Een mens krijgt per dag een heleboel informatie binnen.
 Die informatie komt tot ons in verschillende vormen. 
Het menselijk lichaam beschikt over 4 groepen sensoren
De sensoren zetten de informatie om in elektrische signalen.
Die elektrische signalen worden doorgegeven aan de hersenen. 
                    
De meeste sensoren zitten in de palm van de hand en in de vingers.
Onze hersenen maken met deze informatie een beeld van het voorwerp.
In de hand zitten 2400 zenuwuiteinden per cm² (in de voet 60 per cm²)       
De handen zijn daardoor een zeer gevoelig instrument. 

Blinde mensen maken daar dankbaar gebruik van. 
Ze raken je gezicht aan om te voelen hoe je er uit ziet.
 Ziende mensen gebruiken die beeldvorming ook. 

Hersenen maken gebruik van de informatie
 van de verschillende soorten sensoren in de hand.
Bewegingen van de hand zijn enorm complex. 
        Bij alles wat je doet is er continu controle. 
     Gaat de beweging zoals je wilt?
Gaat de taak die je wilt doen zoals je wilt?  
 Glijdt het voorwerp niet uit de hand?
 Is het niet te zwaar?  
      De hersenen signaleren en herstellen de beweging.

Door onze handen te gebruiken 
(ook met tekenen, knutselen, muziek maken) 
stimuleren we de hersenen op een heel subtiel niveau. 


Onze hersenen kunnen we  oa stimuleren met kunst!
Dit artikeltje vond ik op de site: Waar Maar Raar:
Waarom heeft kunst zo'n positieve invloed op mensen?  
Een Brits onderzoek beweert hier het antwoord op te hebben.

Proefpersonen moesten naar dertig schilderijen van bekende kunstenaars kijken.
Ze waren aangesloten op een hersenscan.
 Wat bleek: bij de schilderijen die ze zelf het mooist vonden 
vermeerderde de bloedstroom tot wel 10 procent. 
Bij het in de ogen kijken van een geliefde gebeurt hetzelfde. 
  De onderzoekers geven aan dat er een verhoogde mate van activiteit te zien was 
in het gedeelte van de hersenen waar genotsprikkels worden verwerkt. 
Hoewel het onderzoek nog geëvalueerd wordt, zijn de resultaten verrassend.


                                       

zaterdag 14 januari 2012

Kunstproject



Groep 1-2

Ik ben deze week, een ochtend op school als 'kunstenaar'.
Ik heb wat eigen werk meegenomen als inleiding voor een kunstproject.
Eén van de stagiaires heeft voor haar opleiding dit project voorbereid.

Het is een kunstproject over portretten én zelfportretten.
Ik laat vandaag een paar verschillende portretten zien. 

De kinderen zien dat ieder mens anders is.
 

We wilden de kinderen laten ervaren hoe het is om iemand na te tekenen.
Een meisje wilde wel als model op de stoel van de juf zitten.
Ze heeft heeel stil gezeten! 



De andere kinderen gingen aan het werk.
Het stoeltje is als tafel gebruikt en dat ging eigenlijk best goed.


Vooraf wordt verteld waar je op kan letten letten bij het tekenen van een gezicht.


Er wordt verteld dat een hoofd de vorm heeft van een groot ei.
Dat je in het midden een horizontale hulplijn kan zetten voor de ogen.
De ogen zitten net onder het midden in het gezicht.
Je kan een verticale hulplijn in het midden zetten voor de neus.
De neus zit in het midden net als de mond en de kin.
De onderkant van de neus komt tot halverwege de ogen en de kin.


De kinderen hebben goed zitten luisteren.
De hulplijnen zien we terug in bijna alle tekeningen.
Er is gelet op details als de diadeem in het haar, de paardenstaart, de ogen, wimpers ed.
De resultaten waren verrassend leuk.


Na deze opdracht was het tijd om buiten te spelen en te eten.
Daarna zijn we verder gegaan met het 2de deel van het project.


De stagiaire had al eerder met de kinderen
kartonnen schildersdoeken beschilderd met lichte kleuren.
De doeken waren dus droog en lagen klaar voor gebruik.


De opdracht was nu: teken een zelfportret met wasco op de schildersdoeken.


Het bleek lastig om met wasco op de doeken te tekenen.
Olie-pastels waren beter geweest maar helaas die hadden we niet...
De resultaten van de zelfportretten vielen misschien daardoor wel een beetje tegen.


Dit zijn de leukste zelfportretten.







woensdag 11 januari 2012

SSstil




Ik wil graag dat het stil is tijdens de tekenles.
Stil zijn is de meest directe manier om in je rechterhersenhelft te komen.
Kinderen mochten van mij voorgaande jaren best praten tijdens een tekenles.
Maar... je tekent uiteindelijk beter met je mond dicht


Ik wilde de touwtjes strakker in handen houden tijdens de les
 In de 1-2 klassen op één school komen uiteindelijk meer dan 30 kleuters.
Aan het begin van het jaar zijn de klassen nog overzichtelijk.
We zijn dit jaar dus begonnen met 'stil' werken!
De nieuwe kinderen gaan daar gelijk in mee.

Het gaat redelijk goed.
Wat erg prettig is dat er minder gebabbel en geklets is
over onderwerpen die niet relevant zijn.
De kinderen letten minder op elkaar
én leveren minder commentaar op elkaars werk.
Ze zijn beter met hun eigen werk bezig.