Boer Boris gaat naar de markt 2

groep 1-2

Boer Boris woont op een boerderij.

Hij verbouwt niet alleen groenten 

op de boerderij houd hij ook kippen, koeien, paarden, schapen 

en natuurlijk loopt er ook een kat rond op de boerderij.

De boerderijdieren leveren een heleboel producten 

die boer Boris kan verkopen op de markt.

De kippen leggen eieren,

de koe geeft melk en het schaap geeft wol.

Op het blaadje staan de boerderijdieren.

Ze staan gezellig bij elkaar en mogen worden ingekleurd.

De dieren staan achter een hek anders lopen ze weg.

We gaan het hek tekenen.

Het is een oefening die aansluit 

bij de tekenontwikkeling van het jonge kind.

Kinderen gaan op een gegeven moment ladders en kruisingen tekenen:

Het tekenen van Kruisingen geeft aan dat er een eigen wil ontstaat,
Kinderen gaan meer en meer hun eigen weg.

Het doorkruisen van andermans meningen begint.

Als kinderen spelen zien we botsingen en kruisingen.

We noemen deze periode wel de peuterpubertijd.

We tekenen Boer Boris ook

want hij moet de dieren voeren en verzorgen.

Boer Boris moet veel moeite doen om op de markt te komen.

In het boek komen veel nieuwe verkeersborden voor.

Hier zijn er twee getekend:

Boer Boris gaat naar de markt 1

groep 1-2

We gaan werken uit het boek:

Boer Boris gaat naar de markt.

De markt staat centraal de komende tijd.

De kinderen gaan zelfs een bezoekje brengen aan de markt.

Het boek lijkt ook heel geschikt voor lessen over vervoer
of verkeer want boer Boris probeert op alle mogelijke manieren

op de markt te komen.

De eerste tekenles gaat over het boerenleven.

Boer Boris is een boer.

Waar woont hij en wat doet hij zoal?

De meeste kinderen zijn weleens op de kinderboerderij geweest

en weten dat de boer de dieren verzorgt.

Maar een boer kan ook groenten verbouwen

of fruit telen of bloemen... of een combinatie...

Boer Boris verbouwd groenten in de eerste tekening.
Hij haalt worteltjes uit de grond.

Hij doet de worteltjes in een mand en gaat op pad...

Boer Boris mag worden ingekleurd

en we gaan meer worteltjes tekenen.

Worteltjes hebben een driehoekige vorm.

Kinderen kunnen met ongeveer 6 jaar een driehoek tekenen.

Het is dus niet vreemd 

dat niet alle kinderen de wortels kunnen tekenen.

De tekening geeft een beeld van de ontwikkeling van de kinderen.

Daarna mag er wat bijgetekend worden.

De boerderij:

Net echt, wortels in allerlei kleuren:

Er verschenen een paar dieren op het blaadje,

schapen en pauwen:

De grote rode bus.

Groep 1-2

We gaan vandaag verder 

met het verhaal van het blauwe autootje.

De kinderen kunnen het verhaal aardig terug halen.

Ze weten nog hoe je veilig over moet steken

en hoe het zit met stoplichten.

Het blauwe autootje heeft de hele dag 

lekker in het water gespeeld.

Als het donker wordt komt hij uit het water.

Hij wil weer terug naar huis maar hoe komt hij daar?

In het donker ziet hij geen hand voor ogen.

Dan hoort hij piepende remmen.

Een grote rode bus kon gelukkig vlak voor zijn neus stoppen.

Het autootje was niet te zien in het donker.

Hij had zijn lichten uit.

De bus verteld dat er een knop is waarmee de lichten aan gaan.

Het autootje draait snel de knop om,

met zijn lichten aan is het autootje zichtbaar

en hij ziet zelf ook waar hij rijdt.

Het autootje is moe van het zwemmen.

Hij rijdt naar een parkeerplaats en gaat slapen.

Tot zo ver het verhaal voor de 2de les.

De vragen zijn:

Wie gaat er wel eens met de bus, de metro of de trein?

De meeste kinderen hebben wel eens in de bus of metro gezeten 

Vlak bij school is een metrohalte.

Op het blaadje staat de grote rode bus.

Er zitten geen ramen in de bus.

We gaan vandaag de ramen tekenen.

het zijn gesloten rechte vormen.

Als de ramen zijn getekend horen er 

passagiers en een chauffeur in de bus.

De bus mag worden ingekleurd.

De lichten horen aan

en er mag een weg en een stoplicht bij:

Het blauwe autootje:

Een zebrapad:

 

 Het woord BUS verscheen hier en daar op de bus:

 

 Tekeningen van 2 hele jonge kunstenaars: