De Russische schilder Wassily Kandinsky (1866-1944)
is één van de pioniers van de moderne kunst in de twintigste-eeuw.
Samen met oa. Franz Marc
stichtte hij in 1911 de kunstenaarsgroep de Blaue Reiter in Munchen.
Tot 1909 schilderde Kandinsky vooral Russische legenden,
portretten en landschappen in olieverf en tempera.
Ook maakte hij houtsnedes, schreef gedichtenportretten en landschappen in olieverf en tempera.
en maakte hij ontwerpen voor het toneel.
Door het uitbreken van de 1ste Wereldoorlog
ging Kandinsky pas in 1914 weer naar Rusland.
Zijn werk onderging een grote verandering.
Het werd abstracter.
Figuren en herkenbare landschappen verdwenen.
In 1921 kwam Wassily Kandinsky terug naar Berlijn.
Hij werd leraar aan het Bauhaus in Weimar.
In de jaren twintig werd zijn werk volledig abstract.
De warme kleuren werden koeler en afstandelijker.
Kandinsky was geïnspireerd door experimentele muziek.
Hij ontwikkelde een geheel eigen stijl.
Als Kandinsky muziek hoorde, zag hij
ook vormen, kleuren en beelden in zijn hoofd.
Die beelden en vormen schilderde hij op doek.
Hij wordt daardoor wel gezien als de vader
van de moderne abstracte schilderkunst.