Leren tekenen is vooral op een andere manier leren kijken.
Onze zintuigen halen de hele dag alle informatie binnen.
Onze hersenen zijn de hele dag bezig deze informatie te verwerken
te benoemen, identificeren en categoriseren.
Er zijn hersencellen gespecialiseerd in het herkennen van patronen, bewegingen, randen, overgangen van licht naar donker, diepte en beweging.
In ons netvlies zitten lichtgevoelige cellen,
ze sturen signaaltjes naar de hersenen,
hier is het licht, hier is het donker,
hier is het rood, blauw, groen ed.
ze sturen signaaltjes naar de hersenen,
hier is het licht, hier is het donker,
hier is het rood, blauw, groen ed.
Wanneer de hersenen al die informatie
tot in detail zouden moeten analyseren
tot in detail zouden moeten analyseren
zouden we gek worden,
onze hersenen móeten een schifting maken.
Alles wat in het midden van het netvlies gebeurt krijgt voorrang,
wat aan de rand van ons blikveld zit is minder relevant.
Alleen als daar iets opvallends gebeurt krijgt het onze aandacht.
We zien echter maar een klein deel van de werkelijkheid,
we zien alleen wat we belangrijk vinden,
waar we op focussen, de rest negeren we.
Onderzoek heeft aangetoond dat we de dingen pas zien
als er in de hersenen al een bestaande categorie is.
Kennis is belangrijk voor de afhandeling van binnengekomen informatie.
Die kennis is opgeslagen en het meeste is niet beschikbaar voor het bewustzijn.
We bekijken met vooropgezette ideeën en begrippen naar onze wereld.
Kennelijk maakt die perceptie het leven eenvoudiger
Als we aan elke stimulans de aandacht moeten geven
alsof we het voor het eerst zien
dan zou ons leven onleefbaar zijn.
De linker hersenhelft filtert de belangrijkste informatie.
Ze brengt die informatie onder in ‘vakjes”.
Ze heeft geleerd om een snelle blik op een object te werpen en te kunnen
constateren wat het is en of het van belang is.
Het is een overlevingsstrategie om gevaar in te kunnen schatten.
Een hele nuttige eigenschap.
De linkerhersenhelft heeft geen tijd voor details en gebruikt symbolen.
De symbolen zien we ook ontstaan in kindertekeningen.
Het loopt parallel met de ontwikkeling van lezen, schrijven en rekenen.
Het "probleem” is de snelheid van de voorprogrammering van de hersenen.
Als we willen tekenen moeten we dat hersenprogramma tijdelijk opzij schuiven.
Als we kunnen overschakelen op de rechterhersenhelft
dan kunnen we gedetailleerd waarnemen.
We gaan kijken met de ogen van een kunstenaar.
Psychologen hebben een aantal dubbelzinnige tekeningen ontworpen.
Ze zijn voor de hersenen een valstrik.
Ze laten 2 gelijkwaardige interpretaties zien.
De hersenen switchen heen en weer tussen de interpretaties.
De hersenen worden op het verkeerde been gezet.
Ze willen het liefst 1 duidelijke interpretatie.
Er bestaan geen vaste regels voor het interpreteren van informatie.
Ons brein gaat uit van de meest waarschijnlijke optie en gebruikt gegevens uit het verleden.
Als we even wennen aan de onderstaande tekst dan kunnen we hem zo lezen:
Als we even wennen aan de onderstaande tekst dan kunnen we hem zo lezen:
Een ander voorbeeld is het masker:
"We zijn gewend gezichten ‘bol’ te zien en niet ‘hol’.
Het effect van een masker is zo sterk door de schaduwen.