donderdag 10 december 2015

Rudolf


groep 1-2-3

Het verhaal van Rudolf is bekent.
Rudolf heeft een vreemde lichtgevende neus.
De andere rendieren willen hem daarom niet in de groep.
Het scheelde niet veel of we hadden nog nooit van Rudolf gehoord.


Lang geleden was het op kerstavond ineens erg mistig 
 Rudolf mocht met zijn bijzondere neus vooraan lopen om de weg te wijzen.
Zo kon de kerstman toch alle pakjes bezorgen.


De kerstman heeft het druk.
Veel drukker dan Sinterklaas.
De kerstman heeft om snel te kunnen reizen
9 rendieren voor de slee staan.

De rendieren heten Danser, Draver, Witje, Wonder,
Komeet, Amor, Bliksem en Donder 
én de bekendste is natuurlijk Rudolf. 


We gaan vandaag de kop van Rudolf tekenen.
De opdracht lijkt op deze opdracht.
We gaan een heleboel cirkels tekenen.

 

Cirkels tekenen is een oefening voor de letter O en het cijfer 0.
We doen de oefening heel regelmatig.
De oefening sluit ook aan bij de natuurlijke tekenontwikkeling.
Kinderen gaan op een gegeven ogenblik spontaan cirkels tekenen.

We tekenen de grote cirkel van de kop.
2 kleinere cirkels van de ogen en 1 van de neus.


Daarna kan het gewei getekend worden.
De eerste groepen waarmee ik deze tekening maakte kwamen er niet goed uit.
Ze wisten amper wat een gewei was en al helemaal niet hoe het eruit zag.


De tweede groep kreeg een dag later,
Rudolf met een half gewei op het blaadje.



Het gewei en het oortje werden een spiegel oefening.
 De linker en rechter kant van het gewei moesten gespiegeld worden.
Het woord gewei is vaak genoemd vanmorgen 
want het is een sito-toets vraag.



Het spiegelen van het gewei lukt nergens echt goed
maar misschien blijft het woord nu wel beter hangen?


De kop van Rudolf mag worden ingekleurd.
Er mogen pakjes en sterren bij getekend worden.


Met een speciaal sterretje voor Oma rechtsonder:



De kerstman en elfjes:


Groep 3 tekent al verder door 
en de eigen tekening wordt ingekleurd.
Een ingewikkeld gewei:





De rendieren kregen in groep 3 vaak een lijf.



Met elfjes: