groep 1-2
Het thema is nog steeds bouwen.
Welke beroepen horen daar bij
en... welke tekenopdracht gaan we doen?
en... welke tekenopdracht gaan we doen?
Bij het beroep van timmerman
kwamen er geen ideeën.
.Bij het beroep van schilder gelukkig wel.
kwamen er geen ideeën.
.Bij het beroep van schilder gelukkig wel.
Als het over schilderen gaat,
dan gaat het ook gelijk over kleur.
dan gaat het ook gelijk over kleur.
Het is een mooie gelegenheid om de kleuren te bespreken.
Bob de bouwer gaat een brug schilderen.
(Geen huis... want een huis kwam in de eerste opdracht al aan bod.)
Bob is aan het bedenken welke kleur hij voor de brug kan gebruiken:
Rood is een warme stoere kleur...
Oranje is vrolijk
en geel is zonnig en stralend.
en geel is zonnig en stralend.
Groen is de kleur van de natuur.
Blauw geeft rust en ontspant
en paars is een mysterieuze kleur.
Voor Bob het in de gaten heeft,
heeft hij de brug in de kleuren van de regenboog geschilderd.
heeft hij de brug in de kleuren van de regenboog geschilderd.
We bespreken de volgorde van de kleuren in de regenboog.
Op de tafels staan ook alleen maar potloden in de regenboogkleuren.
We beginnen met een arceeroefening:
Teken rechte streepjes in de bodem van de brug.
Blijf tussen de lijnen.
Arceren is een goede oefening
voor het trekken van rechte lijnen en evenwijdige neerhalen.
De belangrijkste letterdelen zijn de neerhalen.
Bob mag worden ingekleurd en...
de brug natuurlijk met de kleuren van de regenboog.
hieronder een paar variaties:
Daarna kan de tekening worden afgemaakt zoals de kinderen zelf willen.
met eendjes, mensen en een extra regenboog bv:
Met vogels:
Met water en wolken:
Met de Nederlandse vlag:
en mensen:
