Totaal aantal pageviews

vrijdag 11 april 2014

Mieren


groep 1-2

Mieren zijn een fascinerend en ijverig volkje.
Ze komen op vrijwel de hele wereld voor.
Ze houden niet van kou en van water.
We vinden ze dus niet op de noord en zuidpool en in de oceanen.


Er is veel te vertellen over mieren.
De kinderen zijn erg geïnteresseerd
en weten er zelf ook al best veel over.
Dat is altijd leuk!


Het verhaaltje schrijven was door de hoeveelheid informatie 
nog best lastig.
Wat vertel je wel en wat niet?


Mieren zijn nuttige dieren.
Ze verspreiden zaden en ze ruimen insecten op
maar we hebben liever geen mieren in huis.
Mieren lopen over onzichtbare mierenpaadjes 
ons huis binnen op zoek naar zoetigheid.


We gaan vandaag zo,n mieren paadje tekenen. 
Er staat een luie 8 op het papier met wat mieren.
De opdracht is geïnspireerd door deze tekening van Escher.



We gaan honderd- duizend keer de luie 8 maken.
Waarom zoveel?
Omdat het een goeie oefening is en omdat er zoveel mieren zijn.
De luie 8 probeer ik 4x per jaar te doen.


De tekening mag worden afgemaakt met
extra mieren, kleine en grote:



Met een mieren nest:



Met bloemen en gras:




en met jezelf:






dinsdag 8 april 2014

Wormen


groep 1-2

Het is voorjaar, het thema is bloemetjes en bijtjes.
Kriebelbeestjes staan centraal deze keer
en vandaag gaat het over wormen.
Kinderen vinden wormen vaak erg interessant.

.

Wormen zijn belangrijke dieren voor de aarde.
Als we op straat lopen beseffen we niet 
dat er in de grond hard gewerkt wordt.


Wormen eten half verteerde blaadjes en dode beestjes.
Het zijn de grote opruimers in de natuur.
Ze brengen lucht in de aarde door de gangen die ze graven.
De wormenpoep zorgt voor luchtige, losse, vruchtbare aarde.


Wormen hebben een kop en een staart 
en een verdikt gedeelte in het midden: het zadel.
Ze hebben geen ogen en oren en geen pootjes.


Een worm bestaat uit segmenten.
We zien de segmenten als streepjes.
Hoe ouder een worm hoe meer segmenten hij heeft.
Een worm kan wel 6 jaar oud worden en 30 cm lang.
Dat is wel uitzonderlijk!


We gaan de segmenten tekenen.
We tekenen streepjes in het lijfje.
Het is een arceer oefening.


Arceren is een goede oefening voor het trekken van rechte lijnen
 en evenwijdige neerhalen. 
De belangrijkste letterdelen zijn de neerhalen.


Op het blaadjes staat een worm die gedeeltelijk boven de grond komt.
Als de streepjes in het lijfje boven de grond zijn getekend 
dan mag de worm onder de grond getekend worden.
We tekenen daar ook streepjes in.


Er zijn een paar variaties:




In het verhaaltje komen ook de vijanden van de wormen:
de mol en de vogels ter sprake.
In de tekeningen verschijnt daardoor ook hier en daar een molletje:



Er worden kriebelbeestjes getekend in de grond:



En bloemen, gras, de lucht en een zonnetje boven de grond:


Bij het thema kriebelbeestjes passen ook deze dieren:




zaterdag 5 april 2014

De postduif


groep 1-2

Postduiven werden vroeger gebruikt om berichten over te brengen.
Vooral in oorlogstijd was de postduif belangrijk.
In de tweede wereldoorlog moesten duivenmelkers
 hun duiven doden en de pootjes met bijbehorende ringen 
 inleveren bij de vijand,
bleek op een tentoonstelling over WO2  in de kunsthal.
(Dit vertellen we de kleuters natuurlijk niet.)


Op een half A4tje staat een postduif met een brief in zijn snavel.
Die duif mag worden ingekleurd 
en we gaan wolken maken.
Het is een bekende opdracht .


We gaan rondjes tekenen 
en we gaan net zo lang 'wandelen' met het potlood
tot we een mooie wolk hebben.


Niet alle kinderen hielden zich aan de opdracht.
Ze tekenden de lucht gewoon met strepen:


Als de wolken getekend zijn 
maken we de tekening af met huizen
bloemen ed.



Als de kaart af is wordt hij dubbel gevouwen 
en in een envelop gedaan.
Op de envelop mag nog een postzegel getekend worden.
Dit was het spannendste deel van de opdracht.


Het dubbel vouwen was nog een hele klus 
en de brief dichtplakken ook.




dinsdag 1 april 2014

De postbode


Afbeeldingsresultaat voor postbode op de fiets
groep 1-2

De postbode brengt door weer en wind 
alle post naar het juiste adres.
Een paar kinderen hebben wel eens zelf een brief verstuurd.
Ze hebben met de klas inmiddels ook een brief geschreven
en ze zijn naar een brievenbus gelopen.


De postbode verzamelt de brieven voor zijn wijk. 
Hij fiets met volle en zware fietstassen naar de huizen.
Hij bezorgt alle brieven en hij let goed op de huisnummers.


Op het blaadje staat een postbode met volle fietstassen.
Deze opdracht geeft de gelegenheid om ons eigen huis te tekenen.
Op het huis hoort natuurlijk het huisnummer:


De postbode mag worden ingekleurd:


Er worden hier en daar (rode) brievenbussen getekend:



Een stoplicht en auto's in de straat:


Bomen en nog meer andere huizen:



Een paar tekeningen met opvallende huizen:


Een geel huis met onduidelijke contouren:


Een blauw huis met een lange trap:


En tenslotte een gezellig huis 
met een auto, hartjes, bomen, bloemen en vlinders: 


Tegenwoordig hebben we oranje brievenbussen 
maar tot slot VOF de kunst: