dinsdag 30 juni 2015

De grote rode bus.


Groep 1-2

We gaan vandaag verder 
met het verhaal van het blauwe autootje.
De kinderen kunnen het verhaal aardig terug halen.
Ze weten nog hoe je veilig over moet steken
en hoe het zit met stoplichten.


Het blauwe autootje heeft de hele dag 
lekker in het water gespeeld.
Als het donker wordt komt hij uit het water.
Hij wil weer terug naar huis maar hoe komt hij daar?
In het donker ziet hij geen hand voor ogen.


Dan hoort hij piepende remmen.
Een grote rode bus kon gelukkig vlak voor zijn neus stoppen.
Het autootje was niet te zien in het donker.
Hij had zijn lichten uit.


De bus verteld dat er een knop is waarmee de lichten aan gaan.
Het autootje draait snel de knop om,
met zijn lichten aan is het autootje zichtbaar
en hij ziet zelf ook waar hij rijdt.


Het autootje is moe van het zwemmen.
Hij rijdt naar een parkeerplaats en gaat slapen.
Tot zo ver het verhaal voor de 2de les.


De vragen zijn:
Wie gaat er wel eens met de bus, de metro of de trein?
De meeste kinderen hebben wel eens in de bus of metro gezeten 
Vlak bij school is een metrohalte.


Op het blaadje staat de grote rode bus.
Er zitten geen ramen in de bus.
We gaan vandaag de ramen tekenen.
het zijn gesloten rechte vormen.


Als de ramen zijn getekend horen er 
passagiers en een chauffeur in de bus.


De bus mag worden ingekleurd.
De lichten horen aan
en er mag een weg en een stoplicht bij:


Het blauwe autootje:


Een zebrapad:

 

 Het woord BUS verscheen hier en daar op de bus:


 

 Tekeningen van 2 hele jonge kunstenaars: