dinsdag 9 augustus 2011

Kruipen en zo




Als je kind gaat bewegen kan het de wereld verkennen.
Je kindje krijgt controle over zijn lichaam.
De motorische ontwikkeling volgt in het eerste levensjaar 
een chronologische volgorde die voor elk kind ongeveer het zelfde is. 

Voordat een kind controle krijgt over zijn lichaam 
moet het eerst controle krijgen over zijn hoofd.
 Het hoofdje is in verhouding te groot en te zwaar.
Evenwicht is de basis van de hele motorische ontwikkeling.


Het advies om baby's op de rug te laten slapen, 
maxi cosi's, wipstoeltjes en looprekjes
maken dat baby's niet meer zo makkelijk, 
liggend op hun buik de wereld verkennen.

Waarom is die buikligging belangrijk?

Als een kind op zijn buik ligt worden de spieren van de rug sterker.
Een sterke rug helpt bij het recht houden van het hoofd.
Het kind zal vanuit de liggende positie proberen 
zijn hoofd op te tillen.
In de volgende fase gaat hij omrollen, 
op zijn handen steunen en zijn bovenlijf oprichten.
Als zijn voeten en benen sterker worden
 zal hij proberen om te kruipen. 


Kruipen is een hele belangrijke fase 
in het ontwikkelingsproces van een kind.
Het is belangrijk voor de hand-oog coördinatie, 
voor de oriëntering in de ruimte, 
voor het kruisen van de middellijn.

Niet alle kinderen kruipen. 
Er zijn kinderen die deze fase overslaan, 
die tijgeren, op hun billen schuiven
 of nog andere manieren vinden om vooruit te komen.


Stimuleer het kruipen door het kind 
veel liggend op zijn buik te laten spelen.
Ga zelf op de grond zitten, maak oogcontact, 
laat speelgoed zien en praat tegen je kind.
Beloon je baby met aandacht, 
laat merken dat je ziet hoe goed hij zijn best doet.
Maak de omgeving aantrekkelijk.
Een gladde vloer is lastig om te leren kruipen.
Leg in dat geval tijdelijk een stevig kleed op de grond. 

Doe je kind soepele kleren aan, 
blote voetjes is het beste tijdens het spelen op de grond.


Een van de reflexen die je bij kinderen 
met leer en gedragsstoornissen ziet 
is de nog aanwezige (symmetrische Tonische Nekreflex STNR)
Deze reflex komt tevoorschijn rond 6-8 maanden 
na de geboorte en moet geïnhibeerd zijn
rond 10 maanden na de geboorte.


De reflex zorgt ervoor dat de baby 
op handen en voeten omhoog komt om te gaan kruipen. 
Voordat de baby gaat kruipen gaat hij zitten in de "kat" positie: 
armen gestrekt en de billen rusten op de onderbenen. 
Wanneer het kind zijn hoofdje omlaag beweegt
 buigen de armen tot het hoofd op de grond rust 
en de billen komen de lucht in. 
Wanneer het hoofdje opgetild wordt 
strekken de armen zich en zakken de billen weer op de benen.


Deze reflex verdeelt het lichaam 
in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken.
Als de bovenste helft gestrekt is 
kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd.
Dit is het moment waarop het kind leert zijn ogen te focussen 
van veraf naar dichtbij en omgekeerd.

Schoolkinderen bij wie deze Symmetrische Tonische Nek Reflex 
nog steeds aanwezig is herkennen we doordat ze:

op één of beide benen zitten met werken.
Zo houden ze én hun armen én hun benen gebogen.
Ze "hangen" in hun stoel: benen gestrekt 
zodat de armen gebogen kunnen worden.
Ze hebben moeite met het overschrijven van het schoolbord in hun schrift, 
omdat het focussen van de ogen
 van veraf naar dichtbij en terug veel te langzaam gaat.


Deze kinderen liggen vaak met hun hoofd bijna op de tafel 
wanneer ze aan het werk zijn.
Ook zijn het vaak onhandige kinderen; 
ze lopen overal tegenop, 
stoten van alles omver en struikelen over hun eigen voeten.
Door te kruipen komt deze reflex onder controle.

Van wie leer je nu het beste kruipen??